Maandag 25 november 5.20 uur. Keuken Kudelstaart
Zit aan mijn tweede biertje en mijn eerste slaaptablet. Gisteren Ol en ik om half vier samen helaas weg naar Seth [Gaaikema] in Amsterdam. In het donker op de Brouwersgracht naar binnen. Daar zat een (zijn) vriend? Een wat vreemde, vage, onopgeloste situatie. Hij zat daar midden in die kamer. Soms dacht ik: dat huis en die meubelen en alles plus Seth is van hem. Soms dacht ik ook weer: hij zit hier zo maar. In elk geval ontstond er geen enkele sfeer. Het bleef alles uiterlijk, correct, beleefd geïnteresseerd. Seth las een liedje voor dat hij samen met Michel van der Plas voor Ol had gemaakt. ‘Ik ben mevrouw pastoor, het is er eindelijk door...’ Vooral begin wel erg mooi, maar zoals steeds denk ik dan ook weer meteen: het is wat iel nog, wat dun en het zou leuker kunnen. Altijd weer denk ik dat, en als iemand dat dan zegt dan word ik meestal heel boos want... wij allen, genieën en halve grote geesten, wij zitten voortdurend tegen ons eigen plafond aan! En steeds roepen er middelmatige geesten: leuker! mooier! dieper! geëngageerder! Vooruit! Dat kan je best!
Zo zitten we daar dan in Seths nieuwe huis erg op visite, erg onwennig en erg met een gevoel van zakdoekje leggen niemand zeggen.
Zo zitten we daar dan in Seths nieuwe huis erg op visite, erg onwennig en erg met een gevoel van zakdoekje leggen niemand zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten