zaterdag 21 oktober 2017

Hans Keilson -- 21 oktober 1944

Hans Keilson (1909–2011) was een Duits-Nederlandse schrijver, arts en psychiater. In 1944 zat hij ondergedoken en hield toen een dagboek bij (vertaald door Hans Driessen). "'Een schlemiel met vrouw en kind’ noemt Hans Keilson zichzelf in zijn dagboeken. Ondergedoken in Delft raakt hij in een diepe crisis. Hij twijfelt over zijn toekomst. Moet hij schrijver worden of arts? Hij heeft een intense relatie met de ook ondergedoken Hanna, die zijn creativiteit doet opbloeien. Maar in Bussum is Gertrud met hun dochtertje Barbara."

Zaterdag 21-10
Eydtkuhnen gevallen! Geboortestad van mijn vader! Of hij dat nog meekrijgt? Onzichtbaar kwellende vertwijfeling. Bijna afgestompt. Alleen gericht op het alledaagse, 's Nachts bij Corrie begrepen wat het betekende toen ze de kinderen weghaalden. Nooit meer goed te maken wreedheid. Je mag het niet vergeten. Te doen alsof er niets is gebeurd, is een even grote misdaad.
Eerste gedichten van Petrarca gelezen. Wat een fijnzinnigheid, lichtheid in combinatie met mooie diepte. Ongetwijfeld iemand die oppervlakkig leefde en de diepte voor zijn gedichten bewaarde. Ken deze situatie! Maar wat een poëzie! Niet waard om na te doen.
'Ik vertrouw je zo,' zei Corrie.
'Dat kun je ook rustig doen,' antwoordde ik. Op dat moment geloofde ik het zelf. En tegelijkertijd lijkt het alsof iedereen door iedereen verraden wordt. Verraden, wat betekent dat? Dat ik mijn zinnen op velen heb gezet? Ik kan alleen moeite doen op het moment dat ik bij een ander mens ben, dat ik er helemaal voor hem ben. Zonder valsheid, achterbaksheid, enkel... geilheid. Het onderlijf komt bijna tekort. Het gulzige willen weten, datje drijft tot belevenissen. Drijft tot aan de rand, het willen weten, niet alleen vanuit de theaterloge, maar handelend op de bühne. Er bestaat een geilheid van het denken die aanzet tot nieuwe ervaringen, om het even welke; ze zeggen ook: honger! Ik ben er erg aan onderhevig. De traagheid en bedachtzaamheid van de mensen hier is een achter het leven aan hinken. En desondanks een prettig leven! Verveling: de oergrond van het bestaan.
Na drie kwartier werken begon Hannie al te gapen. Niet getraind!
Van Gertrud vandaag geen post. Heel onrustig. Bijna woedend. Stel me ononderbroken haar lichaam voor, waar ik ooit heel erg verzot op was, en haar liefkozingen, waar ik de laatste tijd niet echt van hield. De sensitieve fijnzinnigheid - voor mij de grootste prikkel - ontbreekt bij haar. Datje je eigen sensualiteit niet kunt vergeten. Bijna een Hebbel-conflict. Alleen een Christine Enghaus ontbreekt nog. Maar ze zou kunnen komen, en dan was het zover. Of een muzikale vrouw. Ik zou zo goed als verloren zijn. Deze wetenschap bezorgt me de wankele ondergrond. Voor de rest mag ze minder talenten hebben. Mijn mening is veranderd, zowel over de vrouw als over het weer. Geen belangrijke vrouw meer, alleen een warm, temperamentvol mens, muzikaal, een die geen boeken leest als ze muziek maakt. Ach, Dadaut. Hoe ver verwijderd van je en je toch volledig begrijpend. Hoe anders ben ik sinds ik van je weg ben. Alsof het altijd zo zijn moest. Misschien heeft zij ook wel een vermoeden van deze samenhang, maar ze is niet sterk genoeg om het te dragen. En dan nog haar woedeaanvallen. Ik wil die leren verdragen.
Afgelopen nacht met Corrie over Gertrud gepraat. Een zeer warm, vertrouwd gevoel werd in me wakker. Maar toch blijft de grote tweespalt in mij aanwezig. Niet alleen in haar wezen. Maar in de manier waarop ik het ontvang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten