• Petr Ginz (1928-1944) was een joodse jongen uit Praag. Tijdens de oorlog hield hij een dagboek bij.
27. II- 1942 (vrijdag)
Gisteren merkte ik op dat mijn tandvlees gezwollen is en dat ik een knobbel achter een oor heb. Dus ben ik vandaag met mijn identiteitskaart naar de Joodse polikliniek in de Vëzenskastraat gegaan. Ze hebben mijn tandvlees met een of andere tinctuur bestreken en volgende maandag moet ik teruggaan. Voor de knobbel heb ik een afspraak om haifvijf op de afdeling chirurgie.
De Kohners kregen een brief uit Terezin, van dikke Leo. Hij schrijft dat ze allemaal gezond zijn; je mag maar dertig woorden schrijven, en dan nog wel in hoofdletters en via het Joodse gemeentehuis.
28. II. 1942 (zaterdag)
Vanmorgen in de stad geweest. Vanmiddag papa een pakje in het ziekenhuis gebracht, heb het bij de portier afgegeven. Papa ligt op nummer 18, in de kamer ernaast ligt dr. Pollak, die weerzinwekkende dikzak die 'Rivka trouwt' heeft: geschreven. Hij is momenteel minister van het Joodse onderwijs. Er zijn veel Duitsers op straat en die houden vaak optochten begeleid door tromgeroffel.
Bij papa hebben ze vandaag door een perforatie de vloeistof laten weglopen die zich rond zijn ontsteking had opgehoopt. Meteen voelde hij zich een stuk beter.
1. III. 1942 (zondag)
Vanmorgen mama in het huishouden geholpen. Vanmiddag bij papa in het ziekenhuis. Voor ons huis stelt zich net de Hitlerjeugd op, dus dat zorgt voor een hoop lawaai.
Bij papa hebben ze een volle drie liter water uit de longen gehaald! Ze sleepten een paar kisten naar zijn bed en een heleboel artsen troepten rond hem samen, ook de hoofdarts dr. Klein. De punctie deed helemaal geen pijn. Ze vroegen: 'Zullen we maar meteen drie liter aftappen?' en papa antwoordde: 'Zoals het de heren belieft.' Er ligt ook een doodzieke met kanker.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten