• Jacob van Lennep (1802-1868) was een Nederlandse schrijver. In 1823 maakte hij wandelend een petit tour door zomers Nederland. Van deze tocht hield hij een dagboek bij, onder de titel Nederland in den goeden ouden tijd.
Donderdag 24 Julij.
Bij onze uittrede uit de herberg werden wij door zulke hevige regenvlagen begroet, dat wij het raadzaam vonden ons naar den postwagen te begeven, schoon gewaarschuwd dat dezelve over den weg naar Deventer, die acht uren gaans is, elf uren bezig is. Dan, onderweg naderde ons een voerman en nam ons in zijne halve kapwagen, met welke wij langs een akeligen weg onder gedurige stortregens voortreden. Doornat kwamen wij te Rijssen aan, bleven aldaar een uur, hielden voorts aan de Bathemer molen stil en trokken verder. Wat dichter bij Deventer zagen wij dat men hier bezig was een straatweg aan te leggen, die over Hengelo en Enschede naar het Pruissische grondgebied loopen moet. Na negen en een half uur rijdens stapten wij te Deventer aan het logement en posthuis de Maan af. Hier het middagmaal gebruikt hebbende, begaven wij ons te vijf ure naar het postkantoor. Men wees ons af zeggende, dat het niet voor zes ure openstond. Te zes ure aldaar gekeerd, vonden wij slechts één' klerk die ons verhaalde dat er wel brieven waren, doch dat hij dezelve wegens de afwezendheid des direkteurs en der andere klerken niet af konde geven. Na hierover een groot leven gemaakt te hebben, liepen wij in toorn weg, doch naauwlijks waren wij te huis, of de klerk verscheen en bracht ons de brieven. Ik ontfing er zes. Na de lezing bezochten wij den Heer Van Doornink [ontvanger te Deventer van 1802-1846], doch kwamen ongelukkig ten huize van zijn' broeder, die ook ontvanger is; niemand vindende, lieten wij kaartjens achter, alsmede bij den advocaat Van Marle, academievriend van Van Hogendorp. Te half elf gingen wij, na geschreven te hebben, bedwaarts.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten