• Egbert Alting (1533-1594) was eerste secretaris van de stad Groningen in de tweede helft van de 16e eeuw en hield van 1553 tot 1594 een 'diarium' bij.
Donderdach 16 Julii 1573.
Hinrich Schroer, de kranemester, contra Heyne Meynts, der stadt solt-
gewichte onder anderen upt Dampsterdeep hebbende; de heren tegenwoerdich
vorclaren, dat besheer na older gebrueck ende gewoente geen ander dan Lunen-
borger solt der gewichte onderworpich noch plichtich gewest ende oeck noch neet
verplichtet sijn sali, soe lange geen ordonnantie daerup gemaeckt. Verclaren
wijder, dattet groff solt, daer de mate over gaet, sali na des kraenmesters rulle
schuldich sijn, oeverst dat ongemeten daer passeert, sali mits betalinge des axcijses
daervan vrij ende onbelastet wesen.
B. ende R. laten weten, dat alle deghene, de willen geldt vordienen mit
graven int Dampsterdeep, sullen up naesten Sondage smorgents tho soeven uhren
komen bij der stadt rentemester.
Negst vergangen Maendage, wesende Margaretae den 13 Julii, hebben sich
de van Haerlem na 7 maendt belegerung in de genade van Con. M, durch uterste
noeth van honger ende kummer up- ende overgegeven, daer sich der hoptman
de Serasse van B r u e s s e l m i t een tzintroer, selffs in den mundt holdende, den
kop doerschoeten, nadat he mitter golden ketten ende budell mit geldt daerto
nement erwegen koenen; gelijcksfals hefft sich der venrich in sijn egen vendell
(na desselffs instendich begherent) doersteecken laten, woe men des und meer
anderen dingen gesacht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten