Einde van rotjaar
Als ik zondag aan de start sta van het WK op de weg, is het precies één jaar en vijf dagen geleden dat ik mijn been brak. Oftewel: omstreeks deze tijd in 2011 zag mijn situatie er een stuk minder rooskleurig uit. Eigenlijk was ik me er zelf niet eens van bewust dat het al weer een jaar terug is. Afgelopen dinsdag kreeg in een sms’je van mijn fysiotherapeut die me er op wees.
Op dat moment schoten er wel een paar dingen door mijn hoofd die ik heb meegemaakt in die periode. Natuurlijk de val zelf, de pijn en het eerste bericht in het ziekenhuis. Dat was niet best. „Het is een heel nare breuk. We kunnen niet met zekerheid zeggen of je ooit weer terug op niveau komt.” Als dat wordt verteld, schrik je wel even. Ga je toch nadenken: wat dan? Voor iemand anders is het niet zo ingrijpend voor zijn leven. Maar voor mij natuurlijk wel. Fietsen is grotendeels bepalend in mijn leven, dus heeft zoiets ook effect op je als persoon. In je familiekring, waar ik niet altijd de gezelligheid zelve was. Het heeft gewoon impact op alles. Als ik er aan terugdenk, was het een heel akelige periode waarvan ik nu kan zeggen dat ik er goed uit ben gekomen.
Het is echt heel hard werken geweest om te staan waar ik nu sta. Vanuit het revalidatieproces ben ik meteen gaan trainen om zo snel mogelijk weer een hoger niveau te halen. Het begin ging heel goed. Ik zat sneller in koers dan ik had gedacht. In februari van dit jaar, in Andalusië, kon ik zelfs in een sprint bergop al redelijk mee met de besten. Maar daarna werd ik weer met beide benen op de grond gezet.
In mei was het keerpunt voor me. Die bergrit en de eindzege in de Ronde van Californië gaven me het gevoel dat ik weer wielrenner was en dat ik inderdaad weer op hoog niveau kon presteren. Dat was mijn mooiste moment van dit seizoen. Niet alleen de winst, maar ook het gevoel dat ik er bij had. Lange tijd heb ik daarna goed gereden. De Ronde van Zwitserland, de eerste week van de Tour en de Olympische Spelen was ik top. En ook over mijn zesde plaats in de Ronde van Spanje was ik tevreden.
Feit is wel dat ik nu anders tegen dit WK op de weg aankijk dan in andere jaren. Vorig jaar was ik er natuurlijk niet bij, maar daarvoor was ik bezig om op dit podium top te zijn, klaar om mee te strijden voor de wereldtitel. Fysiek is het natuurlijk niet het jaar geweest wat het had moeten brengen. Dus is het afwachten hoe ik er voor sta. Dat wil overigens niet zeggen dat ik hier in Valkenburg met minder motivatie of moraal aan de start sta.
We hebben een sterke ploeg, maar je moet eerlijk zijn. Voor niemand van ons zou het een logische volgende stap in zijn carrière zijn om nu wereldkampioen te worden. Er zijn echter voldoende voorbeelden te bedenken van renners voor wie dat eveneens gold. Kijk bijvoorbeeld naar Alessandro Ballan in 2008. Ik zat toen ook in die kopgroep. Dat zijn momenten waar we ons aan vasthouden. We moeten ook nu niet tot de laatste ronde wachten tot de grote kanonnen gaan.
Het kan hier in Nederland een heel mooi WK voor ons worden. En het zou geweldig zijn om met een goed gevoel een jaar af te sluiten dat zo rot voor me begon.
Robert Gesink (1986)is een Nederlandse wielrenner. Op zijn website houdt hij een onregelmatig verschijnend dagboek bij.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten