zondag 22 september 2013

Wim Schermerhorn -- 22 september 1946

Zondagavond, 22 September-1946
Ik heb gisteren medelijden gehad met den heer Van Poll. In het gesprek met Soedarsono was nl. gebleken, dat de republikeinsche delegatie waarschijnlijk Soekarno als hoofd zal hebben. Het probleem Soekarno komt dus oogenblikkelijk aan de orde en in de vergadering van de commissie-generaal van gistermorgen is dit probleem dan ook uitvoerig behandeld. Van Poll was bang, dat dit aanleiding zou geven tot repercussies in Nederland en dat hij weliswaar het vertrouwen had van de K.V.P., maar dit zou verliezen, indien hij te ver ging. Wel meende hij dat, indien eenmaal aanvaardbare resultaten zouden zijn bereikt, er geen sprake van kon zijn, dat dan de zaak zou moeten afspringen op het al of niet aanvaarden van Soekarno. Wij hebben echter, zooals uit de notulen blijkt, zooveel argumenten tegen het afwijzen van Soekarno aangevoerd, mede met hulp van Abdulkadir en Idenburg, waarbij ook het internationale aspect nogal zwaar woog, dat hij er ten slotte mede heeft ingestemd een telegram aan de regeering. te zenden, waarin uit den aard der zaak de wenschelijkheid om hem niet te ontmoeten slechts summier is opgenomen, terwijl de voordeelen van de aanvaarding breed zijn uitgemeten. Dit telegram maakt op mij den indruk dat de commissie-generaal, d.w.z. inclusief Van Poll, voorstelt om Soekarno te aanvaarden. De verantwoordedelijkheid ligt nu bij het Kabinet, maar de meening van de commissie-generaal is volmaakt duidelijk.
Gisteravond cocktail-party te onzer eere op het paleis Rijswijk, waar nogal wat menschen uit de ondernemerswereld waren. Een vrij bont gezelschap, maar de gesprekken hadden voor mij door hun oppervlakkigheid niet veel beteekenis. Om half 9 diner in het paleis met de Engelsche autoriteiten ter eere van Lord Killearn. Na afloop van het diner voerde Lord Killearn een gesprek met Van Mook en ondergeteekende over de te volgen procedure. Hij heeft van de republiek nog geen antwoord. Lord Killearn toonde begrip voor onze situatie, maar gaat, zoals ieder Engelschman, van de noodzakelijkheid van een overeenkomst uit, omdat hij geen hanteerbaar alternatief ziet. Op dat punt heeft hij in het gesprek zeker wel drie keer gewezen. Lord Killearn zendt vandaag een brief naar Djokja, waarin hij de republiek herinnert aan de toezegging, dat bij de wapenstilstandsbesprekingen van het aanvoeren van Nederlandsche troepen geen kwestie zal worden gemaakt. Hij wil de heeren daaraan binden.
Vandaag, Zondag, het eerste vreemde persavontuur. Associated Press heeft een persgesprek gehad met Soedarsono, die verklaard zou hebben, dat de commissie-generaal zich in een informeel gesprek bereid zou hebben verklaard tot de-factoerkenning van de republiek voor Java en Sumatra. Dit is volkomen nonsens. Het eenige punt, dat ik in dit opzicht heb aangeroerd, is de stand van zaken op de Hooge Veluwe, waarbij ik mijn spijt tot uitdrukking heb gebracht, dat bij de betrekkelijk geringe verschillen, welke er toen tusschen ons bestonden, de republiek deze onderhandelingen later eenvoudig heeft genegeerd. Ik heb hem gezegd, dat wij het toen over Java eens waren en dat ik er op had gerekend, dat er uit democratisch oogpunt over Sumatra nog een verdere discussie zou hebben plaats gevonden. Dit is al hetgeen over Java en Sumatra in dit gesprek te berde is gebracht en van een stellingname van de commissie-generaal op dit oogenblik is in het heele gesprek geen sprake geweest. Het gevolg van een en ander is echter, dat United Press ook nijdig is, omdat zij niets weten en waarschijnlijk de rest van de heeren ook loopt te briesen. Sanders had volgens United Press aan Aneta een ontkenning gegeven, terwijl hij onder het motto, dat hij nergens van af wist, aan United Press geen nadere inlichtingen had willen geven. De correspondent van United Press behoort intusschen tot het heel kwalijke soort journalisten en, wanneer deze man onbeschoft blijft, voel ik er op zijn minst voor aan zijn directie een klacht te zenden. Intusschen is er vanavond een officieel dementi uitgegaan, waarin de inhoud van het gesprek, zooals het wel is gevoerd, is weergegeven. Intusschen zal de commissie-generaal zich een spokesman dienen aan te meten, die ons het journaille van het lijf houdt en toch tegelijk voorkomt, dat er al te groote onzin wordt geschreven alleen om news te kunnen presenteeren. Of heeft Soedarsono hier een klein vuil spelletje willen spelen door te trachten de onderhandelingen in te leiden via de wereldpers, welke houding ik hem straks stellig onder de neus zal houden. In verband met deze rel is het duidelijk, dat het plan van de procedurecommissie om straks gemeenschappelijke persconferenties te doen geven, door ons en door de republikeinen, zeker aanbeveling verdient. Dan vermijdt men in ieder geval elke discussie via de pers. Intusschen maakte Van Poll zich, niet heelemaal ten onrechte, over deze grap ook al weer eenigszins ongerust en verwachtte hij verwijten uit Holland, op grond van het collegiale karakter der commissie.
Eenige deining verwekte het Aneta-bericht dat, volgens een publicatie in De Tijd., Prof. Romme naar Indië zou gaan. Wij hebben gekscherend gevraagd of dit het eerste lid is van de commissie van toezicht op de commissie-generaal. Ik heb onomwonden gezegd, dat ik dit tegenover Van Poll een vrij ellendig gebaar vind. De wereld kan hieruit niets anders lezen dan dat Romme de zaak toch eigenlijk niet aan Van Poll in zijn eentje toevertrouwt. Van Poll vindt het kennelijk ook niet erg aardig. Hij nam aan dat het verband hield met het feit, dat mijn voorzitterschap door de Katholieken was aanvaard op een oogenblik, dat Romme nog in Engeland zat. Hij zou dit dus achteraf hebben ontdekt en misschien zou deze reis daarmede verband houden. Ik kan mij dat nog niet voorstellen, want hij kan er toch niets aan doen: ik ben nu eenmaal bij K.B. benoemd. Bovendien zijn de besprekingen in de commissie-generaal geheim en heeft Van Poll dus niet eens de kans om Romme volledig in te lichten. Hij rekent daar natuurlijk wel op, maar ik zal zoo vrij zijn den heer Van Poll op dit punt van de instructie. duidelijk opmerkzaam te maken. Het kan natuurlijk ook zijn, dat, nu er geen sterveling meer in de Katholieke fractie zit, die van Indië eenig benul heeft, Romme hier komt om dat benul op te doen, voor zoover dat op een dergelijke reis mogelijk is.
Overigens moet ik eerst nog afwachten of het juist is dat de voorzitter van de grootste fractie in de belangrijkste periode van de parlementaire activiteit, nl. bij de behandeling van de begrooting, afwezig zou zijn. Wij hebben Van Mook gevraagd om aan de regeering telegrafisch inlichting te vragen over de beteekenis van deze publicatie.


Wim Schermerhorn (1894-1977) was een Nederlandse politicus. Hij speelde een rol bij de onderhandelingen voor het Akkoord van Linggadjati (over de onafhankelijkheid van Indonesië) en hield over deze periode een dagboek bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten