zondag 29 juni 2025

Hanny Michaelis • 29 juni 1942

Hanny Michaelis (1922-2007) was een Joodse Nederlandse schrijfster. Haar oorlogsdagboek is onlangs in twee delen verschenen bij Van Oorschot (bezorgd door Nop Maas).

Maandag 29 juni '42 's nachts 1 uur • Vanavond zijn pappie en mammie thuisgekomen met het bericht, dat binnenkort alle Joden (en de Duitse het eerst) naar Polen en Duitsland zullen worden gedeporteerd om in de fabrieken te werken of te worden vergast. De Joodse Raad is gisteravond om zo uur bijeengeroepen, en prof. Cohen heeft zich zo lang mogelijk verzet, maar er was niets aan te doen omdat het bevel uit Berlijn kwam. Nu is ook het raadsel van de steeds koortsachtiger inventarisatie opgelost. We zullen in gezinsverband worden weggestuurd en het blijft alleen nog de vraag of het binnen één of twéé maanden zal gebeuren. Het is verschrikkelijk, een gevoel alsof het zwaard van Damocles je ieder moment kan treffen. Het gevoel van een ter dood veroordeelde. En geen vooruitzicht op een naderend einde! Zoals de zaken nu staan, kan het nog 2 jaar ook duren. We hebben nog een uur bij elkaar gezeten met sombere gezichten en geprikkeld door elkaars pessimistische beweringen. Mammie zat met een wezenloos gezicht tegen de stoelleuning te trommelen en praatte steeds maar over kristal en de naaimachine inpakken, wat pappie en mij ontzettend irriteerde. Ik kon alleen aan Nico denken en aan alles wat ik moet achterlaten, misschien voor altijd. Meer dan ooit heb ik hem nodig, om in zijn armen uit te huilen en me door hem te laten geruststellen. Ik benijd mensen zoals Betty Santcroos, die tenminste samen met hun mannen kunnen gaan en niet degeen van wie ze houden hoeven achter te laten. Ik zit nog steeds aangekleed op de rand van de divan. Buiten klinkt het geronk van vliegtuigmotoren. Als het maar uit kon zijn voor het ergste gebeurde! Ik geloof niet aan een god, ik kan niemand bidden in de hoop, dat het verhoord zal worden. Ik kan alleen maar vol vertwijfelde hoop luisteren naar de Engelse bommenwerpers en met een dichtgeknepen keel aan Nico denken. Het is allemaal zo luguber en wanhopig. En ik voel me zo verschrikkelijk eenzaam en hulpeloos. Nico, als ik je nog maar eenmaal kon spreken voor het te laat is ... Maar ik ben het immers niet alleen. Ik heb geen recht mezelf zo te beklagen wanneer honderdduizenden hetzelfde lot delen. Het is een schrale troost, maar het is er een.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten