• Albert Camus (1913-1960) was een Franse schrijver. Een keuze uit zijn dagboeknotities 1935-1951 is in het Nederlands uitgegeven onder de titel Dagboek (vertaling Halbo C. Kool)
Maart'40 • Wat beduidt dit plotselinge ontwaken — in deze donkere kamer — met de geluiden van een stad die me plotseling vreemd is? En alles is me vreemd, alles, zonder iemand die van mij is, zonder een oord waar deze wonde zich weer kan sluiten. Wat doe ik hier, waarmee rijmen deze gebaren, deze glimlachjes? Ik stam niet hiervandaan — en evenmin van elders. En de wereld is nog slechts een onbekend landschap waarin mijn hart geen steunpunten meer vindt. Een vreemdeling, die kan weten wat dit woord inhoudt.
Vreemdeling, bekennen dat alles me vreemd is. Nu alles goed duidelijk is, dien ik af te wachten en niets te sparen. Ten minste werken ten einde tegelijk de stilte en de schepping te volmaken. Al het overige, heel de rest, is, tests er moge gebeuren, van geen belang.
Meer en meer is de enige reaktie, ten overstaan van de mensenwereld, het individualisme. De mens is voor zichzelf alleen zijn eigen doel. Alles wat men onderneemt voor het algemene welzijn, loopt uit op een mislukking. Zelfs wanneer men het toch wil proberen, is het passend dat te doen met de vereiste minachting. Zich terugtrekken en zijn eigen spel spelen. (Krankzinnig.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten