zaterdag 25 juli 2020

Jean-Paul Sartre • 25 juli 1963

• De Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980) schreef vele, vele brieven aan zijn levensgezellin Simone de Beauvoir, koosnaam Castor. De bovenstaande brief is de laatste brief die hij haar schreef – hierna telefoneerden ze enkel nog. Het kan goed zijn dat met “de 5 vliegen” restaurant d’Vijff Vlieghen in de Spuistraat in Amsterdam wordt bedoeld. Uit: Brieven aan Castor en aan enige anderen 1940-1963 (vertaald door P.P.J. Klinkenberg).

25 juli 1963
Het merkwaardige hier is dat het rond het middaguur regent en de hemel aan het einde van de dag opklaart. Een noordelijke gewoonte, veronderstel ik. Het is de moeite waard onder een grijze hemel te wandelen en in de laatste glans van een kille, volstrekt nutteloze zon Simenon te lezen. Afgezien daarvan is het plezierig: Utrecht, Den Haag, Haarlem, vooral Leiden, pittoresk onder een blauwe hemel – de hemel was twee dagen blauw. Ten slotte is Amsterdam de parel. Ze heeft alles en die melancholie die alleen bij haar past – die de laatste kleine meesters (begin XVIIde eeuw) hebben gezien – Wist u dat de Hollanders zich in de XVIIde eeuw niet wasten? Ze stonken een uur in de wind. En dat een zekere abbé Sartre in een Verhandeling over zijn reizen naar Holland zegt dat ze er toen aten als zwijnen? Dat is niet veranderd. Arlette’s neiging de ellendige kant van het leven te zien ontzegt ons de toegang tot de 5 vliegen, we eten in normale restaurants die gewoonlijk rotzooi opdienen. Niemand maakt zich hier illusies; het is zelfs zo overdreven dat alle verslaggevers die me interviewden begonnen met me argwanend te vragen: 'Maar wat kan u toch in Holland aantrekken? Wat ziet u in dit land?' Ik vind het echt heel prettig, behalve dan dat je op Cuba beter werkt dan in Amsterdam. Descartes zei het al; een ongunstige streek voor het werk van het verstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten