• Menno ter Braak (1902-1940) was een Nederlandse schrijver. Na de Duitse inval in Polen (1 september 1939) hield hij een maand lang een journaal bij.
22 Sept.
Het ongerijmde, in deze tijden, van instellingen als ‘vrijloten’ en ‘broederdienst’. Herinneringen aan een periode van niet-totalen oorlog, waarin ‘dienen’ toch eigenlijk een vorm van pech was. Door dezen totalen oorlog raken dergelijke opvattingen op den achtergrond, al blijven zij officieus bestaan (het ‘kankeren’). Zelfs degene, die pech heeft en nu gemobiliseerd is, zal waarschijnlijk iets van deze totaliteit begrijpen; zelfs de vrijgeloten en broederdienstigen voelen zich niet werkelijk vrij, niet gedekt door een moreelen vrijbrief. Het ‘totale’ vreet overal door. Teeken, dat het militaire ophoudt iets uitzonderlijks en afzonderlijks te zijn. Men kan het verachten en vervloeken, maar men kan niet terug naar dien uitzonderingstoestand, waarin de soldaat een pechvogel en een officier een idioot was. Officieren naderen den ‘stand’ van technici, verliezen langzamerhand de cavalerie-onnoozelheid.
Sterkste herinnering aan het uitbreken van den oorlog in 1914 vanmorgen herleefd bij een tochtje langs den dijk naar Ophemert. Daar woonde een visscher, Jeebe genaamd, van wien wij paling moesten meenemen naar Eibergen, toen wij in Tiel logeerden, Juli 1914. Dat heeft dieperen indruk op mij gemaakt dan de mobilisatie zelf; als ik dit huisje weer zie en den naam Jeebe hoor noemen, ruik ik de kindersfeer van 1914 weer. Paling is: spanning en vage angst. Zoo ontstaan de meeste herinneringen, althans bij mij. Muziek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten