woensdag 30 april 2014

Chrétien Breukers -- 1 mei 2013

• Chrétien Breukers (1965) is schrijver en dichter. Een jaar na de dood van zijn vriend Joris van Groningen (maart 2013) publiceerde hij een dagboek, Naar een einde waar niemand ons bijstaat, dat hij na diens dood enige tijd heeft bijgehouden.

[1.5.2013] Vandaag dacht ik aan de eerste keer dat ik Martin Bril van dichtbij zag. Het gebeurde bij Perdu aan de Kerkstraat. Ik denk ergens eind jaren negentig. Op vrijdagmiddag werd daar borrel gehouden door Chris Keulemans. Als bezoeker uit Nijmegen was ik daarbij aanwezig, een keer.
Het groepje dat bijeen zat keuvelde wat, over gedichten, over literatuur, over nog meer gedichten... Het ging in die jaren altijd over literatuur en gedichten, aan de lopende band. De vraag welk gedicht je mooi vond, of welk boek, was van levensbelang en je had er een dagtaak aan om er een antwoord op te formuleren.
De dichters die ‘ertoe deden’ en de dichters die ‘er niet toe deden’... de rij namen kon elke week veranderen; wie de ene dag nog ‘intens’ schreef, bleek de volgende dag een ‘epigoon’ of een ‘hermeticus’, allebei geen aardig bedoelde omschrijvingen.
Ineens viel Chris Keulemans stil. De deur van de winkel was opengeslagen en er kwamen twee mannen binnen. Ik herkende ze. Het waren K. Michel, de dichter van Ja! naakt als de stenen, en Martin Bril, de co-auteur (samen met Dirk van Weelden) van Arbeidsvitaminen, het cultboek van die jaren. Een boek dat als een wervelwind door, nou ja, ‘onze’ wereld ging.
Net als het debuut van Michel overigens, een debuut dat bij verschillende dichters (onder wie mijzelf en Jan Kostwinder) was ingeslagen als een bom. Michel tekende trouwens ook voor het motto voor in Arbeidsvitaminen – veel hoger kon je als dichter niet stijgen, dacht ik toen (en nu nog steeds, soms).
Martin Bril droeg een cowboyhemd. Zwart, met erop geborduurde figuren. Zwarte jeans. Laarzen. Ach, schrijver te zijn en er zo uit te zien! Bril zei niet veel, dronk wat, rookte, en vertrok toen weer... Het was een ontmoeting van niets, als je al van een ontmoeting kunt spreken. Maar ik zou het nooit vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten