zondag 19 augustus 2012

Oek de Jong -- 19 augustus 1997

19 augustus - Ik reed met Willem Jan Otten naar Warnsveld om Ida Gerhardt de laatste eer te bewijzen. Het was een warme dag. Er werd een uitvaartdienst gehouden in de dorpskerk: laatgotisch, wit gepleisterde gewelven, zuilen en muren, een orgel op een balkon - toonbeeld van een protestants kerkje. Er waren een paar honderd mensen, deels dorpelingen, deels liefhebbers van haar poëzie, en slechts enkele schrijvers - in ons land is het nu eenmaal niet de gewoonte onder literatoren om aanwezig te zijn bij de begrafenis van een groot dichter of schrijver.
Tijdens een gebed zag ik een vlinder door de kerk dartelen. Ik dacht meteen aan de versregel van Gerhardt waarin zij, lerares klassieke talen, aan haar leerlingen vertelt dat het Griekse woord 'psyche' zowel 'ziel' als 'vlinder' betekent. De vlinder kwam naar me toe, vanuit het middenschip naar de zijbeuk, waar het zonlicht door de hoge vensters naar binnen viel. Hij streek neer op de rug van de man die recht voor me zat, op zijn witte overhemd, zat daar even en fladderde toen omhoog naar de vensterbank van een raam. Daar bleef hij lange tijd roerloos zitten, met gesloten vleugels. Terloops keek ik naar het overhemd van de man voor me en ik zag toen dat er in de stof ter hoogte van zijn schouderbladen een merknaam was geweven: 'votum' stond er, 'gelofte'. Toen ik weer omhoogkeek naar het raam, was de vlinder verdwenen.


Oek de Jong (1952) is een Nederlandse schrijver. In De wonderen van de heilbot. Dagboek 1997-2002 registreerde hij "de wonderlijke ontstaansgeschiedenis" van zijn roman Hokwerda's kind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten