maandag 8 september 2025

Alma mahler • 9 september 1899

Alma Mahler was in het begin van de twintigste eeuw de it-girl van Wenen. Haar dagboeken over die tijd zijn verschenen als Het is een vloek een meisje te zijn (vertaald door Peter Claessens).
Vóór haar huwelijken met Gustav Mahler, Walter Gropius en Franz Werfel, en haar verhouding met Oskar Kokoschka, had Alma Mahler (1879-1964) al verhoudingen met Gustav Klimt en Alexander von Zemlinsky achter de rug. Ze schrijft erover in haar dagboeken uit de periode rond 1900.

Donderdag 7.9 's Morgens om twaalf uur vertrokken, 's avonds om zeven uur in Wenen. Legler, Ernst, Hanna, Carl op het station. Gretl reed met Legler mee in het rijtuig, Carl met mij.
Hij: 'Jullie zijn me een stelletje komedianten.'
'Wat?' zei ik.
'Nou, doe maar niet zo onschuldig. Vanavond zal de bom barsten.'
'Waar heb je het in godsnaam over?'
'Nou, Legler heeft bekend, vanavond zullen hij en Gretl hun verloving bekendmaken. Al zijn ze al heimelijk verloofd sinds vijf maanden.'
'Wat,' riep ik uit, 'en mij heeft ze daarover niets verteld?'
De tranen sprongen in mijn ogen. Ik begon over de doop [Alma en Gretl wilden zich tot het protestantisme bekeren], en later hadden we het over Leglers kunstenaarschap. Ik zei dat ik er zeker van was dat hij nooit een hemelbestormend genie zou zijn, wel een vlijtige, aardige, hardwerkende ambachtsman, maar meer ook niet. Carl stemde met me in en zei dat ik een stuk moeilijker tevreden te stellen was dan Gred. Ik eis meer van het leven en ben meer. Zij passen goed bij elkaar, al is al te veel zachtmoedigheid ook niet goed. Flegma plus flegma is — nog meer flegma, en... ach, laat ik er maar over ophouden; Gretl heeft voor me afgedaan. De tijd heelt misschien de wonden, maar het litteken blijft. Dat ze het belangrijkste moment van haar leven voor me verborgen kon houden, toont aan dat ze nooit erg veel met me op heeft gehad.
's Avonds werd de verloving gevierd. Ze doet zo onverschillig tegen hem dat ik medelijden met hem krijg.

Vrijdag 8.9 Gisteravond is ze nog naar me toe gekomen — ik was wat vroeger naar bed gegaan — en ze heeft me haar verontschuldigingen aangeboden. 'Hé, je weet toch dat je het belangrijkste op de wereld voor me bent.' Mijn antwoord: 'Dat heb je niet echt bewezen.' Toen draaide ik me naar de wand en zei niets meer. Nu heeft ze spijt, en ze zou er heel wat voor overhebben als ze het weer goed kon maken. Maar het heeft geen zin meer. Ze heeft zich van me vervreemd.

's Morgens kwam Olbrich om afhalen. We reden samen met hem naar Mödling, om de door hem gebouwde villa van Max Friedman te bezichtigen. Ik had nooit verwacht dat Olbrich zoveel kan. De villa is van onder tot boven een sieraad. Eén kunstzinnige geest waait door het geheel — aan ieder slot, ieder detail is de grootste aandacht besteed. De man heeft klasse — ik ben onder de indruk! De eetkamer is heel licht gehouden, de slaapkamer cyclaamrood, de rookkamer groen. Bovendien is alles uiterst comfortabel ingericht. Ik heb ook even piano gespeeld. Olbrich bevalt me buitengewoon. Vanaf morgen kan hij dagelijks ontboden worden... En dan is hij weg — en voor ons verloren!
's Avonds Ernst en Hanna langs.

Zaterdag 9.9 's Ochtends alles uitgepakt en onze kamers ingericht. Gretl hielp natuurlijk niet mee. Verder voel ik me oneindig eenzaam. Mama is onaardig tegen me. En Gretl... 's Avonds met tante Alma naar de Götterdämmerung. Dat is het ware leven. Muziek, mijn hoop, mijn steun en toeverlaat, laat me niet ook nog in de steek, zoals de anderen. Ik moest huilen tijdens de opvoering. Zal dit ooit geëvenaard worden? Is dat mogelijk? Zo'n grote bekwaamheid verbonden met zo'n grote vrijheid. Op de terugweg met tante Alma over Kl. [Klimt] gepraat. Zij haat hem. Zij vervloekt hem. Ik kan dat niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten