zondag 19 maart 2023

Maurits Wagenvoort • 19 maart 1901

Maurits Wagenvoort (1856-1944) was een Nederlandse schrijver (dit jaar weer in de belangstelling vanwege de heruitgave van zijn roman Een huwelijk in het jaar 2020), die in 1901 een bezoek bracht aan Tripoli.

19 Maart.
[...] Ik ging van de moskee, waar ik op den menara-trans een paar foto's nam, naar de Dinsdagsche markt buiten de stad - soek-eth-thlata - een groot zandveld, deels begrensd door de zee, deels door een groote Turksche kazerne, en een buitenwijk. Het is daar altijd vol kameelen en drijvers, waarvan de laatste zich in niets geneeren om de werken der natuur te doen bewonderen. Nu, verder op, was het een onoverzienbare woeling van vuile burnoezen, met donkere fellahin daarin, wier ezels, paarden en kameelen in groepen stonden te rusten, door lange straten van driehoekige tentjes van markters van allerlei soort. En, evenals in de soeks der stad, was ook hier elk vak, elk bedrijf, elke verkoop bijeen. Hier zaten de schoezen sandalen te lappen, daar hadden de slachters hun geslachte schapen en penzen uitgehangen, ginder waren de broodverkoopers of de kruideniers, en elders weer was 't een kleurenmengeling van groenten en vruchten, terwijl ook de qahawadsjis niet werden gemist, die groote tenten hadden opgeslagen, waar zij koffie, thee, limonade schonken, of het versche legbi, den palmwijn, waarop, vooral later, als hij gegist is, de Arabieren zoo verlekkerd zijn, ondanks het voorschrift van hun Profeet. Ook hier trachtte ik wat kiekjes te nemen, maar 't lukte mij slechts een paar maal: de woeling was te groot, en de begeerte om gefotografeerd te worden van Turksche soldaten en fellahin zoo lastig, dat zij vlak voor mijn toestel gingen staan. Toch waren zij vriendelijk genoeg: ‘ga een beetje op zij’, zei ik tot een paar soldaten, ‘jelui bent niet mooi genoeg om gefotografeerd te worden.’ ‘Zijn wij niet mooi genoeg?’ vroeg de een met zichtbare teleurstelling. Een vruchtenverkooper, toen hij zag, dat ik hem fotografeeren wou, snelde haastig uit zijn tentje weg, tot vermaak van zijn kameraden naast hem, die hartelijk lachten, zoodat juist dit kiekje heel aardig is geworden. Al die menschen zijn zoo kinderlijk, zoo eenvoudig, en zoo goedmoedig. [...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten