dinsdag 29 oktober 2019

Koos van Zomeren • 30 oktober 2009

Koos van Zomeren (1946) is een Nederlandse schrijver. Dit fragment komt uit Naar de natuur, een natuur- en mijmerdagboek ineen.

29 oktober Er zijn dagen dat ik bespottelijk weinig te doen heb. Twee telefoontjes - en als het ene gelukt is, denk ik: laat ik het andere maar uitstellen, dan heb ik morgen ook wat te doen. Daarover dan een dagboekaantekening, en het zit er weer op. Het zal niet lang meer duren of ik kan mijn Dostojevski's gaan herlezen.

30 oktober Rondje Elten-'s Heerenberg, ruim 20 km. Toen we in het Bergherbos een perceeltje voormalig eikenhakhout in liepen, weerklonk de alarmroep van een specht, maar anders dan anders. Ik zag hem even zitten - voordat ik hem in de kijker kon krijgen, was-ie weg. Maar een kleine bonte, geen twijfel mogelijk. Grappig, de laatste tijd had ik al een paar keer gedacht: wat heb je toch weinig kleine bonte spechten gezien in je leven. Zo gaat het wel vaker - net of je geest en je zintuigen zich instellen op een waarneming die nog moet komen (en komt-ie niet, dan vergeet je die voorbereidingen gewoon).
De omvang van hun broedpopulaties in aanmerking genomen, zou je op elke tien grote bonte spechten één kleine moeten zien. Nou, dat haal ik bij lange niet. In dertig jaar een stuk of vijf, zes. En het zijn zulke leuke vogels. Net of je even een kijkje in Madurodam neemt.
Verder geen bijzonderheden, of het moest zijn dat het landschap zich zoetjesaan ontdeed van de ochtendnevels en steeds verleidelijker in de zon kwam te liggen. Vergezichten. Hier en daar kon je je in de Jura wanen. De herfst inderdaad op zijn hoogtepunt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten