maandag 22 oktober 2018

Stendhal -- 23 oktober 1840

Stendhal (Marie-Henri Beyle, 1783-1842) was een Franse schrijver. Het onderstaande fragment komt uit een brief aan de grote Franse schrijver Honoré de Balzac. Opgenomen in Brieven. Een keuze uit de correspondance (vertaald door Joyce & Co).

17-28 oktober 1840
Ik geloof dat wij er in onze tijd net zo aan toe zijn als de eeuw van Claudianus en ik lees weinig van onze boeken. Met uitzondering van mevrouw de Mortsauf en de werken van haar auteur, van enige romans van George Sand en van de korte verhalen die door Soulié in de krant worden geschreven, heb ik niets gelezen van wat er gedrukt wordt.
Om mijn toon te vinden las ik onder het schrijven van la Chartreuse af en toe een paar bladzijden van het wetboek.
Mijn Homerus, die ik vaak herlees, is de Mémoires van de maarschalk Saint-Cyr; mijn schrijver van iedere dag is Ariosto.
Ik heb nooit, zelfs in 1802 niet (ik was toen officier bij de dragonders in Piemonte, op drie mijl van Marengo) – ik heb nooit twintig bladzijden van Chateaubriand kunnen lezen; ik had bijna een duel omdat ik de spot dreef met de eindeloze kruin der wouden. Ik heb nooit la Chaumière indienne gelezen; de Maistre kan ik niet uitstaan. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik slecht schrijf; uit overdreven liefde voor de logica.
De enige auteurs die mij het idee geven dat ze goed schrijven zijn Fénelon, les Dialogues des morts, en Montesquieu. Nog geen twee weken geleden heb ik gehuild toen ik Aristonoüs ou l’esclave d’Alcine weer las.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten