• Philip Mechanicus (1989-1944) was een Nederlandse journalist. Tijdens zijn gevangenschap in Westerbork hield hij een dagboek bij dat is gepubliceerd als In dépôt (1964).
Vrijdag 28 mei '43
Vandaag een nieuwe broeder gekregen, die zich aan alle honderd patienten op zaal heeft voorgesteld en hun een handje gegeven. Zeer ongebruikelijk op Westerbork, waar een broeder komt en gaat, zonder meer. Klaarblijkelijk een fatsoenlijke kerel. En een beroepsman, dat is 'm aan te zien. Pas aangekomen. Hij ziet er kraakzindelijk uit: hagelwitte verplegersjas, die blinkt en schittert tegen de smerige, gore jassen, waarin de meeste andere broeders rondscharrelen. Gebrek aan zindelijkheid. Sinds gisteren schoonmaaksters op zaal in plaats van schoonmakers, die op transport zijn gegaan. Zij staan onder leiding van een hoofdman, every inch a gentleman, hoog, aristocratisch gebouwd, kaarsrecht, die letterkundige aspiraties heeft en van wiens hand ik een toneelstuk onder mijn kussen ter lezing heb. De schoonmakers plachten praatjes, en vaak vervelende, praatjes tegen de patienten te houden; nu houden de patienten praatjes, en vaak vervelende praatjes, tegen de schoonmaaksters. Wat een weelde voor het oog jonge, aardige vrouwen, die goed-gekleed rondgaan, de een in een broek, de andere in rokken. Roosjes in een zandvlakte! Ze gedragen zich dapper. Ze zijn niet verbitterd, maar hebben galgenhumor. Hun devies is: ze krijgen er ons niet onder, nóóit! Ze vegen en schrobben, alsof ze nooit anders hadden gedaan: elk pannetje, elk paar schoenen, elk stoeltje, elk pak kleren verplaatsen zij angstvallig om géén stofje te laten liggen, geen plekje droog te laten. Had je die boenders van schoonmakers moeten zien: met de Franse slag hoor! Hoe lang zullen de vrouwen haar plichtsopvatting op dit hoge peil handhaven. Op bezoek geweest bij kamparts v.d.R. Woont in een kamertje van ± zestien m3 met vrouw, volwassen zoon en dochtertje. Vertelde mij, dat hij vandaag een geval van poging tot zelfmoord heeft gehad: moeder en twee kinderen. Tijdig ingegrepen en op vrouw psychisch ingewerkt. Aantal zelfmoorden groot: gemiddeld vier per week. In mijn barak heeft een week of zes geleden een man van ongeveer zeventig jaar een poging gedaan om door ophanging een eind aan zijn leven te maken. De tachtigjarige moeder van een mijner vrienden heeft dezer dagen bij aankomst te Westerbork door het innemen van medegebracht vergif zelfmoord gepleegd. Dokter v.d.R. was sterk onder de indruk van de ellende waarvan hij dagelijks getuige is, en van de wekelijkse transporten. Hij achtte Engeland medeplichtig aan het lot en de vernietiging van de Joden, omdat het, ofschoon wetende wat er gaande is, niet met meer kracht ingrijpt om Duitsland tot rede te brengen. Het moest Berlijn platgooien, desnoods met mosterdgas behandelen, dan was de oorlog binnen zes weken uit. Als Engeland de vernietiging van de Joden niet tegenhield, zou hij wensen dat Duitsland de oorlog won, als straf voor Engeland. Het Duitse volk moest worden uitgeroeid, gesteriliseerd. De arts liet zich drijven op zijn sentiment en verloor alle objectiviteit uit het oog, barstte tenslotte in snikken uit en sloeg
zijn vuist op tafel. Overspannen. Geen wonder. Maar het is opmerkelijk, dat een zeer groot percentage der onontwikkelde Joden er een soortgelijke gedachtengang op na houdt als de dokter: Engeland en Amerika kunnen, als zij willen, op korte termijn < een einde > aan de oorlog maken, maar zij willen niet omdat zij er op wachten totdat Duitsland en de Sovjet-Unie elkaar voldoende hebben afgemat. De wapenfabrikanten hebben te groot financieel belang bij het voortzetten van de oorlog. Engeland heeft lak aan de Joden. Engeland heeft zich te laat voorbereid. Joden zeggen: wat kan het mij schelen wie de oorlog wint als ik er niet bij ben? Slechts een enkeling is bereid, zichzelf over het hoofd te zien en de krachtenverhouding tussen Engeland en Amerika, en Duitsland en Italië, volgens objectieve normen in ogenschouw te nemen. Het is ook niet gemakkelijk, wanneer men thans week-aan-week een paar duizend Joden als vee ziet opeendrijven in een trein, die hen naar een onbekende bestemming brengt en nog nooit één Jood heeft teruggebracht om verslag uit te brengen. Dan is men vanzelf geneigd in zijn politieke vrienden, die niet op de gewenste tijd hulp brengen, zijn vijanden te gaan zien. Bewustzijnsvernauwing.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten