• Ed van Thijn (1934) is een Nederlands politicus. In zijn Dagboek van een onderhandelaar beschrijft hij de mislukte coalitiebesprekingen m.b.t. het beoogde kabinet Den Uyl II, die duurden van 25 mei-11 november 1977.
Vrijdag 27 mei
De dag begint met goed nieuws. De schoolkinderen, ziek geworden, zijn vrij. ‘De natuur heeft ons een handje geholpen,’ hoor ik Van Agt voor de radio zeggen. Niettemin blijven de gijzelingen de gemoederen flink bezighouden. Het einde is nog niet in zicht.
Ook Den Uyl blijft onafgebroken in touw. Gelegenheid voor rustig overleg is er niet. De formatie kan nog niet echt op gang komen. In de media nemen de nabeschouwingen over de verkiezingen en de voorbeschouwingen over de formatie alweer snel een ondergeschikte plaats in. Ik maak van de gelegenheid gebruik om wat persoonlijke zaken te regelen, zoals de verlenging van mijn pas. De vakantie is immers niet ver meer weg.
Aan het eind van de middag bevind ik me telefonisch in het VPRO-programma Welingelichte Kringen. Ik versta de vragen nauwelijks, hopelijk zij de antwoorden niet. Wie is er op dit moment eigenlijk welingelicht? Ik in ieder geval niet.
Met tegenzin ga ik 's avonds naar Haagsche Kringen. Iets nieuws heb ik niet te melden. Natuurlijk loop ik prompt weer op tegen de hamvraag: formateur of informateur? Ditmaal is Philip Freriks de blijde boodschapper. Ik zeil er quasi-handig omheen en sta versteld van de verlegenheidsargumenten die me te binnen schieten. ‘Normaal gesproken, als je naar de verkiezingsuitslag kijkt, dan zeg je, er is geen vuiltje aan de lucht. Laat Den Uyl maar beginnen en in de kortste keren heb je een kabinet. Maar ik geloof dat je in dit land helaas naar twee dingen moet kijken: in de eerste plaats de verkiezingsuitslag en in de tweede plaats hoe interpreteert een partij als het CDA die verkiezingsuitslag. En dat is nog een hele klus om daar achter te komen.’ Struikelend over de kabels verdwijn ik weer uit het beeld.
Na afloop, als het échte Haagse programma aanvangt in het restaurant ‘de Bistroquet’, heb ik een heftige woordenwisseling met Harry van Wijnen. ‘Joop heeft de verkiezingen gewonnen ondanks de meerderheidsstrategie. De partijstrategen mogen wel een toontje lager zingen,’ aldus Harry. Ik bestrijd de tegenstelling. ‘Wij hebben Joop tot inzet gemaakt van de machtsvraag. De kiezers hebben geweten dat Joop alleen terugkomt als de PvdA groter zou worden dan het CDA. Dat is een riskante bezigheid geweest, maar het heeft gewerkt. De nek-aan-nek-race met het CDA heeft de opkomst sterk bevorderd. Trouwens, je moet over de verkiezingen heen kijken. Zie jij Joop functioneren als gevangene van een kabinet zonder progressieve meerderheid?’
Het antwoord lees ik enkele dagen later in Het Parool. Den Uyl heeft nog steeds gewonnen ondanks de ‘catechismus van de strategie-wiskundigen.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten