• Ursula von Kardorff (1911-1988) was een Duits schrijfster en journaliste. Gedurende de oorlogsjaren hield ze een dagboek bij, dat in het Nederlands is vertaald als Gebombardeerd dagboek. Vertaling Tinke Davids.
20 november 1942 -- Gisteren, toen het schemerde, werd er gebeld. Buiten twee gedaanten die
aarzelend binnenkomen, in het licht van de gang zie ik dat ze de jodenster dragen. Het zijn
familieleden van een koopman in Breslau, die een schilderij van Papa had dat ze nu willen
verkopen omdat ze geld nodig hebben. We geven ze eerst maar eens te eten. Langzaam ontdooien ze. Het is onbeschrijflijk wat die mensen moeten doormaken. Ze willen, vlak voordat ze opgehaald
worden, onderduiken, hun ster afdoen en als slachtoffers van bombardementen in het Rijnland
onderdak zoeken. Natuurlijk koopt Papa dat schilderij, ik geloof dat ze niet alleen de materiële
hulp nodig hebben, maar ook een zekere troost. Wij geven hun Engelse boeken te leen.
Mensonwaardig dat je alleen in het verborgene kunt helpen, dat je niet openlijk met hen mag
rondlopen, als je vrijheid je lief is. Ben blij dat al onze joodse vrienden al jaren geleden zijn
geëmigreerd en zich in veiligheid bevinden. Papa zou dat op den duur niet hebben verdragen.
22 november 1942 -- Op de redactie een sombere bespreking over Afrika. Pogingen van de
afdeling politiek om in hun commentaren iets te laten doorschemeren hebben meestal een
averechts effect. De lezer merkt er niets van, maar het Promi eens te meer. Jürgen schrijft uit
Perpignan: De bevolking had zijn soldaten vriendelijk ontvangen. Aan een jonge boer had hij
gevraagd of hij liever door de Engelsen bezet was, of door de Duitsers: `Pourvu qu'on nous donne
du pain, ça m'est bien égal. Zo wijs als de Grootinquisiteur bij Dostojevski toch is!
's Avonds gegeten bij een Zwitserse diplomaat. De laatste keer dat ik daar nog aan meedoe,
hoezeer het materiële genot ook lokt. Het gevaar voor spionnen bij ontvangsten ten huize van
buitenlanders is te groot, en voor louter conversatie ben ik niet meer bruikbaar.
Op de redactie is Dettmann terug uit Afrika. Zijn nieuws is uiterst pessimistisch. De landing van
de geallieerden is op vier plaatsen gelukt. Bovendien in Rusland een doorbraak aan de Don. Zou
het nu sneller gaan?
23 november 1942 -- Martin Raschke las me zijn jongste manuscript voor. `Dialogen in het
Oosten', intelligent, koel, tot in het kleinste detail bijgevijld -- maar waarom doet het me niets?
Tot in de nacht veldpostpakjes voor Kerstmis ingepakt. Aan Jürgen en Eberhard Urach doosjes
sigaretten gestuurd waar ik van binnen een foto van mezelf in heb geplakt. Misschien dat ze dat
leuk vinden omdat ze het niet verwachten. Eberhard zal het zwaar hebben, bij de Kaukasus, want
daar schijnt het gevaarlijk te worden.
In Das Reich een artikel, `Gespräche, Gerüchte, Urteile', dat over die avond bij ons gaat, zonder
ons met name te noemen.
De gouwleiders staan nu rechtstreeks onder bevel van Bormann en hebben de pathetische titel
`Reichsverteidigungs-Kommissare' gekregen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten