Een snikhete ochtend. Vertrokken om kwart over elf via Waterloo naar Namen. Al spoedig bereikten we het Zoniënwoud; groene paden onder hoge bomen - onwillekeurig dacht ik: welkome schuilplaats voor een gewonde soldaat!
Waterloo is een onbeduidend dorp. Kinderen en arme lui wezen ons de weg naar de kerk. Daar bekeken we de gedenktekens voor onze dappere soldaten - marmeren platen met simpele rijen namen, niet minder aangrijpend dan een bloemrijk grafschrift.
Hier ontmoetten we dezelfde man die gids was geweest voor Southey [Robert Southey, Britse poet laureate]: Lacoste, een naam die niet vergeten zal worden in de geschiedenisboekjes. Hij boog voor ons met Franse hoffelijkheid en leek er trots op getuige te zijn geweest van de verschrikkingen van zijn tijd. Ze hadden hem vastgebonden op een paard en dwongen hem Bonapartes gids te zijn. Hij moest aan diens zijde blijven tot ze op de vlucht sloegen.
Hij ging achter in ons rijtuig zitten en sprak de hele tijd met mijn broer. Ik verstond er weinig van, tot we op het slagveld kwamen. We stonden op een kleine verhoging en keken uit over op alle memorabele plekken, en hij duidde ons met geluiden en gebaren: 'les Anglois, les Francais', etc. Ik kon zijn verhaal gedeeltelijk volgen, dankzij enkele gedenktekens die voor de gesneuvelden waren opgericht. In de verre omtrek viel verder geen herinnering aan het bloedvergieten te ontdekken. De uitgestrekte velden stonden vol weelderig gewas.
Vlak voor er een onweersbui losbarstte, bereikten we het armoedige Genappe. Terwijl het donderde en bliksemde gebruikten we het avondmaal. De wakkere Vlaamse meid die ons bediende wees naar de deur en zei: 'Op die plek stierf de Franse generaal.' De vloer was bezaaid met stervende soldaten, vertelde ze. In de lambrizering kon je nog de kogelgaten zien. Toen sir George Beaumont twee jaar geleden in deze herberg logeerde, zat er een raaf in de binnenplaats die vóór de Slag bij Waterloo bekend stond om zijn uitzonderlijke spraakvermogen, maar zo geschrokken was van het kanongebulder, dat hij sindsdien zijn snavel hield. Misschien had hij last van z'n geweten, want in die droevige dagen was meer dan eens gezien hoe hij zich tegoed deed aan menselijke ledematen.
Dorothy Wordsworth (1771-1855), zuster van de Engelse dichter William Wordsworth, was een Engelse dichteres en dagboekschrijfster.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten