Iovis 26 julij
Donderdach den XXVI july hebbe ick tgene vorsz. is beij de hern van Stat ende
Lande samtlijch angegeven, dwelcke sich dessen mit geener geringe droeffenisse
beclaecht, jedoch gedrungen wesende van een suijren appel te bijten, te weten
entweder te gestaeden dat die Spangiarden up de dorpen gequartiert wurden ofte dit
broot ende bier te bestellen, hebben geresolviert dat zij dese provisie voer een tijt
lanck wolden bestuyren, als te weten voer een dach vijff ofte ses.
Daerbij is oeck voer guet ingeseen Zijn Gen. [= hertog van Parma] duer enige heren daertoe
affgesunden an tho melden dat die hoege noet wasz forderende dat de Soltcamp
möchte besloten worden; dat men daeromme Zijn Gen. [= hertog van Parma] daeromme solde begrueten,
offte datselve jegenwoerdich neet doenlijk zij. Ende sint hyrtoe gecommittiert der
weerdige heer commandeur van Warphum, borgermeistern Ubbena ende Wifrinck
neffens mij an Zijn Gen. te trecken.
[uit de synopsis bij het journaal]
26 juli ● Stad en Lande
- zien zich genoodzaakt de gevorderde levensmiddelen te leveren;
- sturen een gezantschap naar de stadhouder om hem te vragen Zoutkamp aan te
pakken.
Wilhelmus Hammonius was rond 1590 afgezant van 'Stad en Lande' van Groningen in de onderhandelingen met de Spaanse veldheer, de hertog van Parma. Van die periode hield hij een 'verbaal' (= ambtelijk dagboek) bij.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten