Bij de post een brief van Hélène Morand oyer de Arbeiter. Daarin zegt ze dat levenskunst de kunst is andere mensen tot werk te dwingen, terwijl men geniet. 'De beroemde uitspraak van Talleyrand "... n'a pas connu le douceur de vivre" gold slechts voor een kleine elite, die niet eens bijzonder aantrekkelijk was. In de salon van mme du Defind of in h van mme Geoffrin zouden wij allen zijn weggekwijnd. Die mensen hadden hart noch zintuigen noch voorstellingsvermogen en waren rijp voor de dood. Ze zijn ook heel netjes doodgegaan.- Jammer alleen dat het Talleyrand gelukt is weg te kruipen uit het gevaar... op zijn buik.'
Bij deze vrouw valt mij op hoe politiek begaafd ze is; ze bezit zowel de fascinatie als het weerzinwekkende daarvan. Daar komt toch steeds zwarte kunst aan te pas, vooral ook een vurige wil die bij grote gloed de afgodsbeelden verlicht als de daken van vreemde tempels die door brand beschenen worden. Ik voelde dat ook tegenover Cellaris — het eigenlijke gevaar is niet eens dat hier gespeeld wordt met kaarten die stuk voor stuk het lot van duizenden mensen en hun levensgeluk vertegenwoordigen, maar de vastberadenheid van het individu — de manier waarop men de hand uitsteekt. Dan wordt het hele demonenrijk opmerkzaam. Ieder van ons kent immers het moment van het waagstuk, wanneer men alles in zichzelf beveelt te zwijgen om zo'n sprong, zo'n handgreep uit te voeren. Dat moment, maar dan onvoorstelbaar veel heviger, en dat zwijgen, maar dan eindeloos veel dieper, heb ik bij bepaalde ontmoetingen op mijn levensweg ervaren. Dienovereenkomstig zijn de demonische karakters ook vreeswekkender wanneer ze zwijgen dan wanneer ze spreken en beweging rond hen is.
Verder een nieuw nummer van Zeitgeschichte, een blad dat wordt uitgegeven door Traugott en Meinart Sild; ik merk aan de artikelen, zonder dat dat me opvallend amuseert, dat de Arbeiter ze ruggegraat verleent. Juist echter is de opmerking van een van de medewerkers dat dat boek gezien moet worden als de tekening van een plattegrond, wat nog niets zegt over de architectuur die daarbij mogelijk is.
Er bestaan, intensiteiten van slaap, diepten van uitrusten. Die lijken op het overbrengingsmechanisme van raderen die draaien rond een centrum dat rust heet. Minuten van zeer diepe slaap kunnen dan heilzamer zijn dan hele nachten van lichte sluimer.
Ernst Jünger (1895-1998) was een Duitse schrijver. Zijn Parijs dagboek 1943-1944 is verschenen in de Privé Domein-reeks.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten