vrijdag 21 augustus 2020

Frederik van Eeden • 22 augustus 1918

Frederik van Eeden (1860-1932) was schrijver en psychiater. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij.

maandag 19 augustus
Koel, bedekt weer. ▫ Dit papier vloeit uit als vloei-papier. Het is oorlogspapier, als met tranen gedrenkt.

donderdag 22 augustus
Eindelijk zoomerwarmte, 70o des morgens in de schaduw. Zoo is 't nog niet geweest in 1918. ▫ Gisteren waren we weer met de kinderen in Artis. Het was een heerlijke dag, beeter dan die in 1917. ▫ Wij zagen de groote slang, die het konijntje bliksemsnel aangreep en omkronkelde en toen langsaam verzwolg. Het was een wreed gezicht, maar ik wilde toch dat de jongens het zagen, opdat zij zouden weeten hoe het toegaat in de wilde waereld.
Wij waren ook in 't rijksmuseum en wij aten bij Joop. De kinderen waren lief en vol vragen. Hugo is goed georiënteerd, Evert toont nog beeter physisch begrip. ▫ We kwamen thuis bij prachtige maneschijn in een warmen nacht.
Ik schreef een stuk oover Breeroo, dat mij nog al voldoening gaf.
Oover 't algemeen ben ik veel rustiger en gelatener. Ik ben het nu met mezelven eens oover de groote vraag Brahman en Jezus. Dat is geen conflict meer.
Ik voel dat er voortgang komt in ‘mes affaires’ zooals Napoleon zou zeggen. Er worden weer stukken van me opgevoerd, en vertalingen zijn in voorbereiding. Een herdruk van Viator in Duitschland. Sirius en de Heks in Engeland. ▫ Dat is voldoende om mij rust te geeven. Ik ben ook voldaan oover mijn tekst bij het waereldhuis. Die blijft nu een maand liggen. Aan Schijn en Weezen kan ik voort. Ook aan Sirius kan ik beginnen zoodra ik tijd heb. Alleen met ‘de Geest der Waarheid’ ben ik op een dood punt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten