zondag 9 augustus 2020

Fernando Pessoa • 10 augustus 1925

• Uit een brief van de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935) aan Francisco Costa, een collega-dichter. Uit: Mijn droom is van mij. Brieven, dagboeken, beschouwingen (vertaald door Harrie Lemmens).

Lissabon,10 augustus 1925
Kunst is voor mij de uitdrukking van een gedachte via een emotie, of, anders gezegd, van een algemene waarheid via een bijzondere leugen. Het doet er niet zoveel toe of wij voelen wat wij uitdrukken; het volstaat wanneer we na het te hebben gedacht goed weten te veinzen dat we het hebben gevoeld. Shakespeare is misschien niet de grootste dichter aller tijden, want het lijkt mij onmogelijk iemand boven Homerus te plaatsen, maar hij is de grootste uitdrukker die ooit bestaan heeft, de meest onoprechte van alle dichters die er ooit geweest zijn, en het is precies om die reden dat hij met evenveel glans alle vormen van zijn en voelen uitdrukte, en met eendere ziel de diverse psychetypes doorleefde – algemene menselijke waarheden die hij trachtte uit te drukken. Voor mij is kunst dus wezenlijk dramatisch, en de grootste kunstenaar is degene die in de kunstvorm die hij beoefent [...] het meest intens, overdadig en complex alles beleeft wat niet van hemzelf is,dat wil zeggen het meest intens, overdadig en complex uitdrukt wat hij in feite niet voelt, of, met andere woorden, slechts voelt om het uit te drukken. […] Een Homerus, een Dante, een Milton [...] zijn stellig beperkter dan Shakespeare in wat ze uitdrukken, ze zijn nog stelliger minder diepgaand in hun uitdrukking; maar ze zijn wel complexer, want zij drukken al vormend, ontwerpend, structurerend uit, en Shakespeare – duidelijk iemand met haast en weinig geduld – mist van nature de kwaliteiten van een vormende complexiteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten