Elfde en twaalfde dag, 5 à 6 May
Kiel
Nog een woord over deze stad, ook wel klein Hamburg genaamd. Ik bevond mij alhier eenen te korten tijd om dit te kunnen beoordelen. De stad is net gebouwd, en de huizen der bijzondere personen meestal fraai, doch de kerken schijnen tempels der verwoesting, en zijn ook niet beter geworden door het gebruik dat de Russen van hen als Lazareths gemaakt hebben. Men heeft hier nog eene Hoogeschool en een kabinet van ontleedkunde, doch daar ik weinig tijd had, verkoos ik het gezicht van de levende boven dat van de dode natuur.
[...]
Een enkel woord staatkunde
Hierover wil ik nog een woord zeggen. Wat zal er van Duitschland, wat van Europa worden? Deze vraagen worden veroorzaakt door na te denken over hetgeen mij verschillende menschen alhier zeiden. ‘Ja, zonder oorlog kunnen wij niet bestaan’. - Dit is zeker dat er nog overal een geest van spanning en van onrust heerscht, en zelfs de vrij gevoelloze Holsteiner begeert zijne oude privilegiën en constitutie. - Onder de voornaamste voorstanders van dezen eisch, behoort een zekere Rath Moltz, die voor eenigen tijd eens gehoor bij den koning liet vragen om hem voor te stellen om alle de Joden die zeker veel tot het verval des lands bijgedragen hebben, op eenige schepen in te laden, en dan in den Sont te doen zinken. De adel is hier zoo uitgeput, dat zij bij de tegenwoordige graanprijzen volstrekt niet bestaan kan. De krijgsstand wordt slecht betaald, en sommige officieren kunnen hunne gehele gagie voor het schoonmaken hunner uniformen uitgeven. Aan vertellingen wegens de hier zoo averechts geliefde Deensche natie ontbreekt het volstrekt niet, en ‘wir sind Holsteiner’ is altijd schering en inslag.
[...]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten