dinsdag 21 januari 2020

Johanna Schopenhauer • 22 januari 1815

• Uit een brief die filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) ontving van zijn moeder, de schrijfster Johanna Schopenhauer (1766-1838).
Uit: De wereld deugt niet (vertaling Tinke Davids).

Weimar, 22 januari 1815
Hier heb je de wissel zoals je hem wilt hebben, hij was ook in de eerste vorm volkomen rechtsgeldig, maar ik heb het opgegeven jou dergelijke dingen aan het verstand te brengen. Nu verwacht ik per kerende post mijn handgeschreven brief van je terug. Een maand voor de vervaldatum zal Frommann zich zelf bij jou melden met de vraag waar je de wissel ingewisseld wilt hebben. Je zult je duizend taler in baar krijgen, je kunt er een Leipziger obligatie voor kopen en dan houd je nog wat over. Mijn geweten is hierover gerustgesteld, naar je verwijten luister ik evenmin als naar je vermaningen, maar ze ergeren me wel, en dus verzoek ik je die in de toekomst achterwege te laten. Anders moet ik de toestemming mij te schrijven weer intrekken, de belangrijkste voorwaarde was daarbij dat alles wat mij zou kunnen ontstemmen, vermeden zou worden. Als Frommann niet betaalt, dan betaal ik. Je hebt mijn garantie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten