donderdag 23 januari 2020

Bergman • 24 januari 1984

• De voornaamloze dichter Bergman (eigenlijk Aart Kok, 1929-2007) publiceerde dagboeknotities in Maatstaf.

'84-24/1
Ons bestaan, een bak los zand met pretenties:

1   In onze winkel, Rozenburgstraat 75, staat een stapeltje Sickesz chocoladerepen op de plank achter mijn moeders rug scheef (1930)
2   Zittend in de zon op de stoep van de etagewoning tussen de bakkerswinkel van Van der Meer en Schoep en ‘kunsthandel’ ‘Huize Rubens’ aan de Lusthoflaan, landt een onweersbeestje op mijn blote knie, poetst de vlerken en vervolgt zijn reis (1931).
3   Op de Lange Kade steekt mijn vriend Ad Vos trots zijn duimen tussen de band van zijn nieuwe pantalon, een lichtblauw visgraatje. Geen riem nodig, kijk maar (zelfde jaar).

Drie voorbeelden van waarnemingen die ik een halve eeuw zinloos meedraag. Het geheugen werkt niet als een zeef. Het is vergaarbak van trivialiteiten.

'84-4/2
In de etagewoningen Taborstraat 14a waren de toiletten in het trappenhuis aangebracht, een voor die dagen zindelijke voorziening, behalve als je van die trappen gebruik moest maken. De wijde luchtkoker in het plafond kon niet toveren. ‘Soms kan daaruit aan een lange arm een harige hand te voorschijn komen die je in de nek grijpt en nooit meer loslaat,’ had iemand mijn buurjongen André Waterreus verzekerd. Tot de dag van zijn trouwen zat hij met de deur half open, ver voorovergebogen, luid fluitend te kakken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten