zondag 12 januari 2020

Jean-Paul Sartre • 12 januari 1940

• De Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980) schreef vele, vele brieven aan zijn levensgezellin Simone de Beauvoir, koosnaam Castor. In 1940 was hij als soldaat gestationeerd in de Elzas, bij de meteorologische dienst van het Franse leger. uit: Brieven aan Castor en aan enige anderen 1940-1963 (vertaald door P.P.J. Klinkenberg).

12 januari 1940
Nee maar! zult u zeggen, bevriest u niet, u had toch geen kolen? Vanmorgen na twee of drie nogal moeilijke uren (sondering bij -15° in een keiharde wind), toen we het zat waren om te verkleumen in een vertrek waar we kranten aanstaken om de temperatuur op vier graden boven nul te houden, hoorden we van Mistler, onze spion, dat de secretarissen cokes gingen stelen in het badhuis. We gingen erheen en kwamen met drie volle zakken terug. In feite was het geen diefstal en wat we meenamen werd volgens de regels door een bewaarder opgeschreven. Alleen is cokes wel een raar, halsstarrig soort kolen, als ze aangaan worden we gebakken, dan gaan ze uit en weigeren vervolgens koppig aan te gaan. Maar over het geheel genomen was het warm. Er is niets anders te zeggen. Om één uur zijn we iets gaan drinken in het café van het postkantoor en voor het eerst sinds drie dagen heb ik iets anders gegeten dan droog brood; er zat erwtenpuree bij de rats, wat ik erg lekker vind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten