• Niet gehinderd door valse bescheidenheid, zoals de wereld dat van hem gewend was, schetst de Spaanse schilder Salvador Dali (1904-1989) in de dagboekfragmenten in Mijn leven als genie (vertaling Gerrit Komrij) een zelfportret met surrealistische trekjes.
10 september 1956
Ik moet alles vertellen, zelfs wanneer het ongeloofwaardig is. Mijn persoonlijkheid sluit iedere mogelijkheid tot snoeverij of mystificatie uit, aangezien ik een mysticus ben, en aangezien mystiek en mystificatie formeel aan elkaar tegengesteld zijn door de wet van de communicerende vaten.
Laatst op een morgen kwam een oude vriend van mijn vader, die wilde dat ik een oud schilderij van mij uit het bezit van zijn familie identificeerde, bij mij op bezoek. Ik zei hem dat dit schilderij authentiek was. Het verbaasde hem dat ik het zomaar voor authentiek kon verklaren, zonder het doek zelfs gezien te hebben. Maar voor mij was het voldoende dat ik hem had gezien. Hij drong er bij mij op aan me het doek, dat in de gang was blijven staan, te laten zien.
'Bekijk het eens... Ik heb het laten staan naast de opgezette beer.'
'Onmogelijk,' zei ik, 'Zijne Majesteit de Koning staat net achter de beer zijn zwembroek aan te trekken.'
Hetgeen volstrekt waar was.
'O,' antwoordde hij met een lichte vermaning in zijn stem, 'o, als u niet de grootste clown ter wereld zou zijn, dan zou u de grootste schilder worden!'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten