• Amsterdammer Jacob Bicker Raye (1707-1777) hield gedurende 40 jaar een stadskroniek van Amsterdam bij.
Op 28 September, 's avonds om half tien was er brand uitgebroken op een schip, geladen met brandewijn en kurk, dat vlak voor de stadsherberg in het IJ lag. Het schip was gelukkig reeds half gelost, maar er waren nog wel 80 vaten voorloop van brandewijn in. Aan blusschen viel niet te denken, maar men slaagde erin het schip, met behulp van Groenlandsche sloepen, naar de overzij bij het galgeveld te boegseeren en men liet het daar maar branden tot den volgenden avond. Twee kerels wilden voorloop stelen, maar de vlam van de kaars was in het gat geslagen en de brandewijn had vuur gevat. De eene dief had nog gepoogd door op het gat te gaan zitten het vuur te smoren. Het vat was uit elkaar gesprongen en de man was vreeselijk, tot op de ribben verbrand, te water gesprongen. Hij werd nog gered en naar het gasthuis gebracht. De andere dief had in de consternatie kans gezien te ontkomen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten