• Jean-Paul Sartre (1905-1980) was een Franse filosoof en schrijver. Hij schreef vele, vele brieven aan zijn levensgezellin Simone de Beauvoir, (koosnaam Castor), die tezamen te lezen zijn als een soort van dagboek. De brieven zijn in het Nederlands vertaald (door P.P.J. Klinkenberg) als Brieven aan Castor.
In 1939 was Sartre soldaat bij de meteorologische dienst van het Franse leger.
22 september 1939
Vanmorgen een even vermakelijke ceremonie: de gaskamer. We zetten ons masker op en daalden in groepen van vijftig in een kelder af. Stel u het halfduister voor en vijftig kerels met varkenssnuiten in een kring. Een slanke officier in een helblauw uniform en van voeten tot schouders afschrikwekkend als een insect – maar met een varkenskop – schoot twee keer met zijn revolver. Aan de loop zijn gasampullen bevestigd die openbarsten. Daarna gaan de vijftig gemaskerden in een rij staan, leggen hun handen op elkaars schouders en beginnen in het rond te lopen. Ze worden geacht te zingen, maar je hoort enkel een verschrikkelijk geborrel dat me deed denken aan de geluiden die Kafka’s Gregor voortbracht als hij dacht te spreken. Het vreemde is die indruk in een giftige en verpeste ruimte te zijn en toch ongedeerd te blijven. Als je met je buurman praat heb je de indruk dat de woorden door een vergiftigde wereld gaan; als je naar de handen kijkt heb je de indruk dat ze door een gifnevel worden omgeven en toch ben je ongedeerd en bijna op je gemak. Toen we naar buiten gingen werden we er driftig toe aangespoord ons masker even op te lichten ‘om het verschil te zien’. Maar daarvan heb ik me wijselijk onthouden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten