• Sonja Paardekooper (1930-2009) hield als jong meisje een dagboek bij van haar tijd in het interneringskamp Ambarawa. Dat dagboek is gepubliceerd als Achter het gedek.
12 Augustus Vandaag is een rare dag. Eigenlijk zou nu de festiviteit zijn van Beylarts verjaardag. Daarom hebben we gister allerlei voorbereidingen gemaakt. Er is een hond gemaakt, ter groote van Beertje, een hond uit het kamp, die nu weggehaald is. Verder zou er poppenkast zijn en nog een heleboel meer. Maar 's avonds heel onverwachts is mevrouw Goossens gestorven. Een vrouw van 29 met drie kinderen, iemand, die ik helemaal niet ken en toch treft het je, omdat 't iemand van ons is, iemand uit dit kamp.
En natuurlijk was 't voorspeld!
Boa Boom had namelijk vantevoren gezegd: De brieven overzee, 't vuur in de avond en een sterfgeval. En gisterochtend kwamen er brieven van mannen uit de buitenbezittingen. Maar natuurlijk niet van Pappie en dat trekt Mammie zich zoo aan. Verder kon je gister een bosbrand zien op de berg en toen 't overlijden. En toch wil ik er niet aan geloven, want er is al zooveel gezegd.
Dat was vandaag een rare dag, half feestdag en om twaalf uur de begrafenis. Vreselijk, die stille stoet. Ik ben zoo dankbaar, dat het Mammie niet is.
Verder hebben we heerlijk eten gehad en toen, na hel eten, zijn alle Blanda-Indo's en die er mee getrouwd zijn opgeroepen. Hun is gevraagd, of ze middelen van bestaan hebben, wat aanleiding geeft om te zeggen, dat ze vast weggaan en dat we misschien al vrij zijn. Ik hoop 't van harte, maar geloven ....
En 't leven gaat gewoon door, terwijl er een van ons is gegaan. Voorgoed. En ik begrijp 't niet en wij mensen zeggen boud: " 't Was haar tijd nog niet". Maar dat weet niemand. Misschien was 't haar tijd wel. En de mens weegt en wikt. En God beschikt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten