• Sal Santen (1915-1998) was een Nederlands schrijver. In 1982 maakte Rudolf van den berg een documentaire over hem, die later dat jaar een Gouden Kalf zou krijgen. Santen hield over de periode waarin de film gemaakt werd een dagboek bij. Hieronder de laatste dag daarin.
18 juli We hebben vandaag in Hilversum de 'voorvertoning' van de film gezien, op de montagetafel, zoals Rudolf die wil uitwerken. Mijn eerste indruk? Wat een zonde, zoveel werk er voor niets is verricht. De Sneevliet-herdenking bijvoorbeeld is helemaal komen te vervallen. Niet ten onrechte, want alleen de vooroorlogse Sneevliet behoort bij het verhaal van mijn leven. Maar pijnlijk is het wel voor alle mensen die destijds in Westerveld zo hun best hebben gedaan, en verwachting zijn gaan koesteren.
Ook zelf kom ik er soms bekaaid af. De door mij in de cel voorgelezen fragmenten van brieven aan Bep komen in de film niet voor. En ook het graf van Saartje is weggelaten, arme Saartje, arme Sal.
Ben ik dan ontevreden?
Geenszins. Rudolf is erin geslaagd, een boeiend geheel te maken, dat ontroert.
Op één punt zoekt hij sensatie, en niet de eigenlijke persoon Sal Santen. Hij vraagt naar de bestemming van de zogenaamde valse Franse francs, het 'ondermijnen van de Franse economie'.
Die valse Franse francs hebben nooit het licht gezien, en dat was maar gelukkig ook, want de bestemming ervan heb ik altijd een slag in de lucht gevonden.
Maar wat moet je antwoorden op een dergelijke vraag? Het plaatst je in het centrum daar waar je niet het centrum was, en legt een verkeerde verantwoordelijkheid op je schouders.
Niet voor niets kreeg ik de maagzweer.
Een mogelijke ontmoeting met Michel [Raptis] droeg daar niet alléén schuld aan.
Ontmoeting met Michel. Het is niet doorgegaan, en toch heb ik hem nu op de film ontmoet.
Mijn indruk?
Op bepaalde gedeelten is hij dezelfde goede man van vroeger, op andere ogenblikken herken ik hem eenvoudig niet meer, dan heeft zijn blik iets sardonisch. Nog wel tegenover mij, die hem nu zelfs weer met de film heeft verrast.
Gelukkig is een dagboek geen roman, met zijn strenge eis dat er geen twee wezenlijke emoties door elkaar mogen lopen.
Want die andere emotie was mijn gevecht met Rudolf, die mij wel moest manipuleren in het belang van de film. Hij is helemaal met mijn intuïtie meegegaan, en dat pleit voor hem, al heeft hij het laatste woord.
Alleen wat die 'valse francs' betreft ben ik overrompeld.
Misschien ligt daar wel de zin van het boek van Jacob Israël de Haan, dat hij mij heeft beloofd zonder het te geven.
Uiteraard zonder bewuste opzet, want hij is geen slecht mens, integendeel.
Maar een halve moordaanslag is een dergelijke vraag wel, al is het alleen in mijn verbeelding zo.
En nu maar afwachten wat het verder wordt...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten