• S.A. Buddingh (1811-1869)-- Dagboek mijner overland-mail-reis van Batavia naar Nederland, via Triëst, in 1857.
Tegen den avond van, den 12den Junij passeerden we het eiland Lucipara, en ten half 12 uren viel het anker op de reede van Muntok (hoofdplaats van het eiland Banka.) Lucipara is als het ware de wachter aan den ingang van straat Banka, welke engte, gelijk bekend is, gevormd wordt door de eilanden Banka en Sumatra. Voor de zeevaarders is de berg Menoembing, gewoonlijk bij verbastering Monopijn genaamd, het verkenningspunt voor Muntok.
13 Junij stoomden we weder straat Banka uit. Sumatra verliest men straks uit het oog, maar het hooge en bergachtige land van Banka ziet men nog uren lang, vooral den berg Paniabang. Weldra passeerden we de rotsen Karang Hodjie, en de zeven-eilanden, welke groep geformeerd wordt door de eilanden Joe, Lalang, Marantej, Tjebia, Katjangan, Toekang-Kombong en Poeloe Satoe. We hadden ze aan stuurboord-zijde, terwijl we aan de linkerhand weldra Poeloe Taja passeerden, en iets verder het eiland Linga en de daartoe behoorende grootere en kleinere eilanden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten