• Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996) was een Russisch schrijfster en dichteres. Ze was bevriend met de dichters Anna Achmatova. Een dagboek van haar ontmoetingen met Achmatova is verschenen als Ontmoetingen met Anna Achmatova 1938-1962.
28 november 1960
Anna Andrejevna [Achmatova] heeft me vanochtend gebeld: ze verwacht de drukproeven, of ik wilde komen. Ik ben vanavond gegaan toen ik klaar was. Ze is vermoeid, geprikkeld. Ze vertelde me van de nieuwe heldendaden van het Paleis der Wonderen. Verdwenen zijn haar aantekeningen over Poesjkin, haar herinneringen aan Mandelsjtam, haar citaten uit het dagboek van Jakov Zacharovitsj [Tsjernjak].
'Misschien komen ze wel weer boven water,' zei ik. 'Misschien in Leningrad. Moet u trouwens geen koffertje met een sleutel kopen voor uw manuscripten?'
'Ach, houdt u alstublieft op/ onderbrak Anna Andrejevna mij, 'wat voor sleutels? Jc krijgt gewoon zin om alles te verbranden.'
Ze dicteerde me een gedicht op de dood van Pasternak. Vervolgens dronken we met de anderen thee in de eetkamer, maar we bleven niet lang zitten en gingen snel weer terug naar haar kamer. We spraken over mensen en over tijdperken. Anna Andrejevna zei: 'Tolstoj en Dostojevski geloofden dat je de wereld kon verbeteren. Wij kunnen dat al niet meer geloven. Dostojevski wist dat een moordenaar de kunst verliest om te leven. Door de oude vrouw en Liza het leven te benemen, heeft Raskolnikov zichzelf beroofd van de kunst om te leven. Hij leeft niet, hij eet zelfs niet, hij gaat alleen af en toe op bed liggen en slaapt met zijn kleren aan. En onze tijdgenoten? Die hebben naar hartelust gemoord en geleefd. Dat kostte hun geen enkele moeite. Als ze 's ochtends thuiskomen - die nachtdienst is vermoeiend - willen ze hun vrouw in een nieuwe peignoir zien en hun dochtertje met strikken in het haar... Zij verstaan de kunst om te leven!'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten