• De Zwitserse Helene Siegfried (1886-1918) was aan het eind van de Eerste Wereldoorlog Rode Kruis-zuster in Duitsland, maar overleed al vrij snel aan de Spaanse griep. Fragmenten uit haar dagboek zijn destijds in het Nederlands vertaald.
23 November.
......‘Er bestaat geen kameraadschap tusschen man en vrouw’ - dit is ook èen van hun lijfspreuken. 't Zou treurig zijn als het waar was.
Waarom zou ook de vrouw geen trouwe kameraad kunnen zijn, met wie men onbevooroordeeld alles overleggen kan? Mij is het in ieder geval heel goed gelukt - en het was niet eens moeilijk. Waarom trekken we niet in gesloten gelederen te velde tegen een opvatting, die de vrouw vernedert tot een speelding, of tot een onaangename concurrent in den strijd voor het dagelijksch brood? Het zou zooveel zonniger op de wereld zijn, wanneer wij haar niet altijd door de zwarte bril van principes en vooroordeelen bekeken. Men heeft zooveel tijd en levenservaring noodig om deze oogkleppen te verwijderen vòor men de menschen weer met open blik kan aanzien. Op school begint het al, en later in het leven grijpt men telkens weer naar het houvast van onwrikbare ‘meeningen’ - en doet anderen daardoor onrecht. Mijn beroep heeft mij daarbij veel geholpen. Ik schuif heden de bonte scherven van vele, vroeger onaantastbare begrippen glimlachend met den voet terzijde. En ik voel me er zeer wel bij. -
Dat we toch nooit bij het oogenblik kunnen leven! We leven in het verleden - meer nog in de toekomst - terwijl ons het tegenwoordige, zonder dat we er erg in hebben, als zand door de vingers glipt. En opeens staan we dan met leege handen. Om goed en zegebrengend te kunnen werken is maar èen ding noodig: alleen het oogenblik te leven - zich uitsluitend te concentreeren op wat dit uur vraagt, het onbekommerd over het gister en het morgen te vervullen en er zich bij neer te leggen ‘dat elke dag zijn eigen zorgen heeft.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten