• Nicolaas Beets (1814-1903) was een Nederlandse schrijver. In zijn studententijd hield hij van 1833-1836 een dagboek bij.
Leiden Maandag 17 Nov.
Ik ben tegenwoordig aan de orde van den dag. Heel Leiden, praat van mij en wijst mij na.
Pulcrum est digito monstrari et dicier hic est.**
Dames loopen uit om mij te zien, en willen iets bijzonders aan mij zien. Eene zelfs heeft beweerd dat mijn physionomie den dichter kenteekent! Allerlei valsche geruchten gaan over mij om, gelukkig niet tot mijn schade. Men hoopt mij op publieke plaatsen te zien verschijnen. ‘Of ik lid van 't Concert ben?’ vraagt juffer A. ‘Of ik melancholiek van aard ben’, juffer B. ‘Of ik iets van Byron's karakter heb’, juffer C. ‘Of ik voor de gewone conversatie geschikt ben?’ Mevr. D. ‘Wat kleur van oogen ik heb?’ freule E. ‘Of ik lang of kort ben?’ Juffr. F. En juffr. G.: ‘Of ik tegen zoo veel eer kan, als mij schijnt te wederwaren? Of ik niet aller-ij-se-lijkst pedant ben?’ Moi, je ris.
** Het is schoon met de vinger te worden aangewezen, en dat men van u zegt: deze is het.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten