• J. van Drielst (?-?). Dagboek van mijne reis door het binnenland van Honduras naar Guatemala.
April 6. Ter inleiding diene, dat ik besloten had mijnen vriend en landsman Carlos Cosman, welke voor eenige dagen uit La Florida, waar hij een tienda houdt, bij ons gekomen was, om zijne driemaandelijksche inkoopen te doen in San Pedro Sula, op zijne terugtocht te begeleiden, met het plan tevens een kort bezoek aan de hoofdstad van Guatemala te brengen.
La Florida ligt dicht bij de grenzen van Honduras en Guatemala, zoodat men in twee dagen van hieruit per muildier dwars door de bergen, La Montana del Merendon, naar Quirigua komen kan, vanwaar de trein u in 9 uur tijd naar de hoofdstad voert.
Om 2 uur ’s middags vertrokken wij op onze mulas, vergezeld van Leonardo, den mozo van Cosman, welke o.a. mijn leeren koffer welke mijne bagage bevatte, met zich voerde. Het is zeer warm, doch.... hieraan moet ik maar wennen, vooral met het oog op de komende dagen, wanneer wij soms den geheelen dag in den zadel doorbrengen.
De weg voert langs de spoorlijn tot Chamelecon, hier wordt rechts afgebogen om tot het doel van onze bestemming van dien dag te komen, nl. Cofradia, op 8 leguas van San Pedro Sula verwijderd. (Eene legua is ongeveer 1,8 kilometer). Tot Chamelecon is de weg vrij goed en vlak, doch dan begint deze te stijgen en passeert men eenige vrij steile cuestas (steile heuvels). Van eenen weg, in de hollandsche beteekenis van het woord, kan men eigenlijk in het binnenland moeilijk spreken. Er is slechts een smal pad, wat door het vele gebruik der mulas ontstaan is.
De rivier Chamelecon vloeit diep beneden ons, wat een prachtigen aanblik oplevert met de aan weerszijden liggende bananen-fincas (plantages), waarvan de dicht opeengroeiende en in regelmaat geplante struiken met hunne wuivende breede bladeren aan een dicht woud doen denken. Ik begin langzamerhand te gevoelen, dat ik nog lang niet gewoon ben aan de schokkende beweging en het harde zadel, en ofschoon ik op aanraden van Cosman mijn slaapdeken alsmede een handdoek op het zitvlak gelegd heb, ben ik des avonds zeer stijf, wat den volgenden dag helaas nog erger wordt.
Om 7 uur ’s avonds komen wij te Cofradia aan, waar in het hier aanwezig zijnde “hotel” overnacht zal worden. In eene schuur worden de hangmatten opgehangen en na onzen maaltijd genuttigd te hebben, waarbij wij gelukkig brood eten kunnen, in plaats van de eeuwige Tortillas, de hier inheemsche maiskoeken, die in vorm op kleine dikke pannekoeken gelijken doch absoluut smakeloos zijn en overal waar de beschaving nog niet ingetreden is, gegeten worden. Over de smakelijke en hygienische wijze, waarop ze bereid worden zal ik maar liever het stilzwijgen bewaren! Wij krijgen verder koffie en gebakken eieren, zoodat wij nog tevreden zijn kunnen, en onze vleeschblikjes niet behoeven aan te breken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten