• Petr Ginz (1928-1944) was een joodse jongen uit Praag. Tijdens de oorlog hield hij een dagboek bij.
11. I. 1942 (zondag)
Huiswerk gemaakt, daarna met Eva en Renata Hirschovi (vriendin van Eva)
in Maniny gaan sleeën.
We kregen het bevel alle bontjassen en andere bontspullen, wollen ondergoed,
truien en dergelijke in te leveren. We mogen maar één stel ondergoed houden.
Ze organiseren een grote hulpactie voor de soldaten aan het front, ze zamelent warm ondergoed in, elke dag wordt er zelfs een speciale officiële mededeling over opgehangen. Tot nu toe vertrokken er 3000 wagons naar het front.
12. I. 1942 (maandag)
Vandaag moest iedereen een trui inleveren; veel Joden sleurden enorme bundels bontjassen, ondergoed en andere spullen naar de verzamelplaatsen. Van daar brengen verhuiswagens alles weg, maar het helpt niet veel, overal stapelen bergen pakketten zich op.
Vanmiddag was ik in de stad.
13. I. 1942 (dinsdag)
Met Popper rondgezworven. Het was verschrikkelijk koud.
14. I. 1942 (woensdag)
Vanmiddag met papa en Eva in Maniny gesleed. De gracht zal wel snel gedempt zijn, ze kieperen er al het huisvuil van Praag in. De gracht is al halfvol.
Een paar jongens hebben ijzervijlsel en een fles met carbid in het huisvuil gevonden en 's avonds (toen het al bijna donker was) hebben ze zon brand'gesticht dat niemand in Praag erlangs kon kijken. Toen de carbidflessen ontploften, trilde heel Maniny. Er daagde een agent op en toen hij bijna bij het vuur was, schoot een enorme steekvlam omhoog en toen werd de agent pas goed boos.
15. I. 1942 (donderdag)
De middag bij Popper doorgebracht. men heft de aangegeven naaimachine al opgehaald, zijn moeder was er heel ongelukkig om.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten