• Jan Wolkers (1925-2007) was een Nederlandse schrijver en kunstenaar. De dagboeken die hij in de jaren '70 bijhield zijn vrijwel allemaal uitgegeven.
Vrijdag 1 januari 1971
Om twaalf uur op. Het vuile atelier. Opgedroogde
gesmoltensneeuwvlekken. De gelige plekken waar Sung van angst gepist heeft toen het vuurwerk werd afgestoken. Lege glazen, kleverige cirkels op tafels en grond. Hapjes, bruin geworden op de prikkers. Verdroogde zwarte olijven. Buiten de witblauwig uitgeslagen boomstammen van de zonnen. Het Chinees vuurwerk. 'Overvliegende kraanvogels' bleek een mislukking. Ze sloegen alleen maar uit elkaar, waarbij de brokken kartonnen huls om je kop suisden. Alleen Eric schijnt iets gezien te hebben van een flitsende vurige vogel.
Om twee uur gaan we met Sung wandelen. Snel, want we willen terug zijn voor het sportoverzicht. Na twaalven gisterenavond kwam familie van Karina even aan. Niet haar vader en moeder, want haar vader had te veel pillen ingenomen. Leed aan een soort slaapziekte. Maar haar tante en oom. Jeroen en ik zaten bij de trap een beetje te praten. Hans had in de oom van Karina natuurlijk weer een oude schoolvriend ontdekt. Karina zat met haar tante en nichten over Gisèle van Waterschoot van der Gracht te praten; als ze ziek was zei ze altijd: 'Ik ben blij dat ik niet in een Russisch ziekenhuis lig. Dan moet je al die redes van Stalin over de radio aanhoren. Nou, iedereen die naar Rusland wil, kan van mij een enkele reis Moskou krijgen. Fietje, als jij in de hemel komt, wil je dan een goed woordje bij Petrus voor me doen.'
Jaap belt om me nieuwjaar te wensen. Komt net uit Amerika. Bij het binnenkomen veel last met douane. Welke Wolkers ben je. Heel lang van alles doorkijken. Hij dacht zeker dat het met mijn politieke activiteiten te maken had.
Zaterdag 2 januari 1971
's Avonds drie betnesol.
Vroeg op. Rommel opgeruimd. Versiering weg in doos. Kaarsvet van de vloer geschraapt. Wandelen met hondje. Het dooit, maar dc sneeuw in het bos is nog vochtig. Sung blijft achter en bijt weer een stuk van zijn staart bloederig open. Ik gooi er sneeuw op. Als hij zich schudt blijft er roze sneeuw achter.
Nog net voor de winkels sluiten gaan we de cassette met vier platen van Ives halen. Daarna gaan we naar de receptie ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Boys Big Band. Ik ontmoet er een jongen die bij mij op De Leidse Houtschool heeft gezeten. Heeft het over juffrouw Steller. Net als ik in Terug naar Oegstgeest rook hij waar ze gelopen had. (Als ze ergens gelopen had dan snoof ik haar lucht zo.) Hij vertelt dat Gerard Smelik met De Kroonduif is neergestort in Nieuw-Guinea. Hij vertelt me dat meneer Te Nijenhuis homoseksueel was. Ging ieder weekend met een koffertje met zijn pyjama naar Den Haag. Ik zeg dat ik het onbewust wel geweten moet hebben. Denk aan gevoelig geven van plusjes en minnetjes.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten