donderdag 20 januari 2022

Bergman • 21 januari 1984

• De voornaamloze dichter Bergman (eigenlijk Aart Kok, 1929-2007) publiceerde dagboeknotities in Maatstaf.

'84-21/1
In de zomermaanden liepen wij elke middag door de Oude Plantage. Voor twee cent konden wij een uur zwemmen in een van de drijvende zwembaden in de Maas. Ons bad lag aan de watertorenkant en was via een houten loopbrug te bereiken. Na het seizoen werd het weggesleept. Waar men het afmeerde heb ik mij nooit afgevraagd. Met vragen te over houdt men het mensdom alert.
Leerkrachten hadden in deze weken geen kind aan ons. Schoolblijven was er niet bij. Zwempak in de handdoek gerold holden wij om kwart voor vier de school uit. De route is nog grotendeels aanwezig. Vanaf de Oude Dijk, hoek Vredehofstraat, bij boekhandel Dassen de Voorschoterlaan in, stukje Lusthofstraat, dan Avenue Concordia - met op woensdagmiddag een bliksembezoek aan Carlier voor vijf cent koekkruimels - Slotlaan, Hoflaan, Lage Honingerdijk - nu Beneden Honingerdijk - bij het SVK-terreintje omhoog, de Ceintuurbaan over, langs de historische herberg ‘In den Rustwat’ - nu onvindbaar verplaatst vanwege de heilige verkeerskoeien - met de beroemde gevelsteen uit 1579, rechtsaf het brugje over en dan de Oude Plantage door langs het meest linkse binnenpad. Haaks op de loopbrug bij de rij aansluiten en je niet opzij laten duwen.
Was het vol, en dat was het altijd, dan werd men zonder aanzien des persoons met drie, vier man tegelijk, in een badhokje gestampt. Uitkleden volgens een vaste procedure, twee staande op het zitbankje, twee op de houten vlonder. Lijfgoed en geslachtsdelen, doorgaans slecht of ternauwernood gereinigd maar rijk gevarieerd, zorgden elke dag voor nieuwe verrassingen.

'84-24/1
Ons bestaan, een bak los zand met pretenties:

1   In onze winkel, Rozenburgstraat 75, staat een stapeltje Sickesz chocoladerepen op de plank achter mijn moeders rug scheef (1930)
2   Zittend in de zon op de stoep van de etagewoning tussen de bakkerswinkel van Van der Meer en Schoep en ‘kunsthandel’ ‘Huize Rubens’ aan de Lusthoflaan, landt een onweersbeestje op mijn blote knie, poetst de vlerken en vervolgt zijn reis (1931).
3   Op de Lange Kade steekt mijn vriend Ad Vos trots zijn duimen tussen de band van zijn nieuwe pantalon, een lichtblauw visgraatje. Geen riem nodig, kijk maar (zelfde jaar).

Drie voorbeelden van waarnemingen die ik een halve eeuw zinloos meedraag. Het geheugen werkt niet als een zeef. Het is een vergaarbak van trivialiteiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten