zaterdag 2 oktober 2021

Ted Hughes • 3 oktober 1963

Ted Hughes (1930-1998) was een Britse dichter en echtgenoot van Sylvia Plath. Hieronder een brief aan zijn minnares Assia Wevill, enige maanden na de dood van Sylvia Plath. Hughes en Wevill kregen een relatie en een kind, maar enige jaren later zou ook Wevill zelfmoord plegen, en ook haar dochter ombrengen. Uit: Ik wil nooit vergeven worden (vertaald door Nelleke van Maaren).

[3 oktober 1963]
Asseenke –
Gespannen als een gitaarsnaar kwam ik hier aan & was de rest van de dag bezig met pogingen om te ontspannen, een beetje rondhangen en koffie drinken, appels eten en in het ene boek na het andere beginnen.
Onze avond op Primrose Hill had onze norm moeten zijn – niet een uitzonderlijke gebeurtenis. Werkt het nog door bij jou? Hoop van wel. Want als het niet zo is, is de enige toekomst niets dan stompzinnig geknoei. Ik heb daar zo schoon genoeg van dat ik nog meer gedoe niet aan kan, het is te vernederend & te vernietigend.
Hier is het volkomen anders – zo raar om hier te zijn zonder de elektrische wolk. De rust is verbijsterend – ik heb tijden niets gedaan, alleen maar rondgehangen. Ik zag buiten een deur, in een van de schuren, die ik nog nooit eerder had gezien.
Ik opende die – een grote schuur, even groot als de keuken in Fitzroy Road. Al die tijd dat we hier waren had ik die deur nog nooit gezien. Het ligt er vol interessante vaten en stenen potten. Raar om te bedenken dat Sylvia dat niet wist, dat ze er nooit in heeft gekeken.
Ik had je net aan de telefoon, en de fout waardoor we werden verbroken was als gewoonlijk op de Primrose Line – ze konden de verbinding niet herstellen. O, Assia – ik hoorde je zeggen Hallo, Hallo, Hallo, en de telefoon heen en weer schudden, en ik riep Assia! Assia!, en jij bleef maar zeggen Hallo, Hallo. En toen klonk je steeds verder af, geruis, en op de lijn kwamen andere stemmen.
[...]
Ik begin net aan een hutspot van schrijven en ronddolen. Ik ga de komende maand meer doen dan ik het hele afgelopen jaar heb gedaan, zoals je zult merken. Volgende week ga ik het stuk inleveren, en aan een volgend beginnen. Ik wil proberen of het mogelijk is mezelf eruit te schrijven – bij wijze van experiment.
[...]
Heb je intussen je voorliefde voor schaaldieren voldoende bevredigd? Hoe komt het dat ik nooit iets bij je naar binnen kan krijgen, maar dat je met Ducker rustig negen oesters eet – in het beste humeur van de wereld, je zit te schudden van het lachen en je bent overweldigend, neem ik aan.
Doe wat je wilt.
Iedereen hier heeft naar Sylvia’s uitzending geluisterd. Ze zijn allemaal gênant vriendelijk.
Wat doe je? Hou een dagboek bij en stuur het op. Misschien kom ik dit weekend langs als ik de kinderen ga halen – het is bijna even snel.
Met mij is alles zoals het was, Assia.
Ted

Geen opmerkingen:

Een reactie posten