maandag 18 oktober 2021

Joseph Pearce • 19 oktober 2009

Joseph Pearce (1951) is een Vlaamse schrijver. Marokkaans dagboek. Foto: Koen Broos.

Maandag 19 oktober 2009
Het deel van mijn hersenen dat op reisangst is voorgeprogrammeerd kan het nog altijd niet geloven dat ik zonder ongelukken in Casablanca ben aangekomen. Enkel bij de uitgang van station Brussel-Zuid was er kort paniek. Waar stond de shuttlebus voor de luchthaven van Charleroi? Tom Lanoye wilde naar links, René Los naar rechts. Beiden waren zeker van hun zaak. Het was de eerste keer dat ik hen hoorde discussiëren, want bij ons vertrek in Antwerpen hadden ze zich onmiddellijk op de kranten gestort die René in het station had gekocht. Gisteren was er het referendum over de Lange Wapper, en de vijand had verloren. Terwijl zij alle commentaren uitplozen, zocht ik op de sportbladzijden naar het resultaat van FC Vilvoorde. Op de luchthaven liet de veiligheidsagent mij door voordat hij mij helemaal had gefouilleerd; zijn aandacht was al bij de aantrekkelijke jongedame achter mij. Anne Provoost en Osama Abdulrasol hadden grotere zorgen. De schrijfster mocht niet aan boord omdat haar reispas was verlopen, de muzikant wilde niet aan boord omdat zijn instrument het niet zou overleven als het met de gewone bagage zou worden meegegeven. Eind goed, al goed, natuurlijk. Wat Osama bespeelt, weet ik niet. Een soort Irakese luit, zei René. Hij klonk zeker van zijn zaak. Ik zal het aan Osama zelf moeten vragen. Manu Claeys reist ook mee. Hij is de man van Anne en de bezieler van stRaten-generaal en hij is dus, zoals alle Antwerpenaren in onze karavaan, een vriend. Het was vandaag 25°C en vrij zonnig. Zal het goede weer aanhouden? Als wij met jou een wandeling maken, zegt Mieke de Loof, is het altijd goed weer. Maar Mieke is er niet bij. En dit is geen wandeling, maar een expeditie die zich misschien een weg door onbegrip en wantrouwen zal moeten banen. Ik constateer nu pas dat ik zonder enige verwachting naar Marokko ben vertrokken. Is dat goed of slecht? Toen Benno Barnard vernam dat ik naar Marokko zou reizen, vond hij het nodig om mij te waarschuwen. Ik heb daar schrijvers ontmoet, mailde hij, die mij de hand weigerden te schudden omdat ik het voor Israël opnam. Of was het slechts één schrijver? Ik moet het afleren om mijn mails onmiddellijk te deleten. Straks lees ik voor het slapengaan een hoofdstuk uit Een vage buitenlander, Benno's pas verschenen loflied op Engeland. Als anglofiel ben ik uiteraard nieuwsgierig. Vanavond uitstekend gegeten in een restaurant vlak bij de haven. Ilke Froyen van Het Beschrijf was erbij, net als Latifa Baqa en Mohamed Nedali. De Marokkanen hadden weinig honger, en ze vonden het er bijzonder duur. Mijn Frans was roestig, maar een Vlaming se débrouille, n'est-ce pas? Beide auteurs hebben met ons geconverseerd alsof we oude vrienden waren, Latifa goedlachs en spontaan, Mohamed de bedaardheid in persoon. Zij woont in Agadir, hij in de buurt van Marrakech. Zij geeft les in communicatieve vaardigheden (of zoiets) aan een technische hogeschool, hij geeft Frans aan een lyceum. Mohamed is de enige van de vier auteurs die in het Frans schrijft, de anderen schrijven in het Arabisch. Omdat we in het halfduister aten, kon ik niet zien of er medelijden dan wel jaloezie uit de ogen van Mohamed flitste toen hij hoorde dat ik ongetrouwd was en geen kinderen had. Hopelijk discussiëren we de volgende dagen over dingen die er werkelijk toe doen. Toen we het restaurant verlieten, zag ik dat het in de oude fortificaties van de stad was ingebouwd. Les prix du restaurant étaient aussi fortifiés, zei ik. Mohamed moest hartelijk lachen. Mijn eerste woordgrap in het Frans, en een grap die ook grappig werd gevonden! Een waardige afronding van een lange, maar mooie dag. And so to bed.

1 opmerking:

  1. Zo was het niet helemaal, Jozef... Er was een schrijver de ongevraagd vertelde dat hij weigerde collega's uit Israel de hand te schudden. Als schrijvers elkaar om ideologische redenen weigeren te groeten, is er weinig hoop voor de wereld. Maar over Israel gedebatteerd heb ik niet. Mijn eigen reis naar Marokko was overigens heel bijzonder, hoewel Asis Aynan Marokko ongetwijfeld terecht als een dictatuur beschouwt (zie zijn voortreffelijke "Eén erwt maakt nog geen snert: het Rifgebergte, de dubbele nationaliteit en andere misverstanden").

    BeantwoordenVerwijderen