donderdag 18 juni 2020

Koos van Zomeren • 19 juni 1987

Koos van Zomeren (1946) is een Nederlandse schrijver. Een jaar in scherven bevat het journaal dat hij in 1987 bijhield, gelardeerd met talloze extra’s: autobiografische verhalen, herinneringen, natuurreportages, rechtbankverslagen en interviews.

19 juni 1987
Vannacht kwam een man de tuin inkruipen. ‘My child is in the hospital,’ jammerde hij, ‘and it is dead too.’ Dit had te maken met een, overigens ongeschonden, kinderfietsje dat ik zojuist had staan bekijken.
Het leek een gebeurtenis uit een film (Hillstreet Blues), een scène die dus ook anders had kunnen zijn. Maar ik schrok doodsbang wakker (03:16) en bleef dat geruime tijd. Zulke dromen, het kost me moeite het tot m’n bewustzijn toe te laten, en nog meer om het op te schrijven, slaan op Jan.
Ik geloof niet in voorgevoelens, althans niet in een oorzakelijk verband tussen voorgevoelens en dingen die gebeuren. Ik geloof niet in magie. Ik geloof wel dat dingen kunnen gebeuren in een volgorde die ze bijzonder moeilijk te verteren maakt.
De hele dag het idee dat elk moment de deur kan worden opengegooid. ‘O Koos!’

Boven Kockengen hing een inktzwarte wolk. Daar moesten we onderdoor. Regen verandert Rekel van een gespierd hondje in een raar scharminkel met een vossebekje. Regen maakt hem bovendien ongezeglijk. Hij voelt zich niet lekker als hij nat is en als hij zich niet lekker voelt gehoorzaamt hij niet.
Zodra we door het dorp heen waren werd het weer droog, in het westen, waar het weer vandaan komt en de dagen verdwijnen klaarde de hemel op. Verder is me weinig opgevallen. Nagedacht over ‘Mijn dood’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten