woensdag 17 juni 2020

August Willemsen • 18 juni 1961

August Willemsen (1936-2007) was een Nederlandse vertaler en schrijver. Dagboeknotities van hem zijn verschenen in Vrienden, vreemden, vrouwen.

18 juni
[wat voorafging]
Herlezen: Herinneringen uit het Ondergrondse.
Uitlezen: Chartreuse de Parma.
Lezen: Nescio: alles.
Vestdijk: Rumeiland.
Hermans: Donkere kamer:
Du Perron, Oscar Wilde, Larbaud, Blasco Ibánez.
Piano studeren (studeren).
Portugees studeren.

Als ik in juli weer opslag krijg, blijf ik nog even hele dagen werken en dan kan ik in het voorjaar lang op reis.
Een meevaller: na 1 juli zijn de zaterdagen vrij, in ruil voor een halfuur eerder beginnen (8.30 u.). Maar voor wie toch nooit voor 10 uur komt maakt dat niks uit.

"Nadat ik vandaag drie brieven had geschreven, respectievelijk aan Caltex-dealers, pompbedienden en olieventers, kwam als vanzelf het idee in me op ook jou een lettertje te wijden. Even aarzelde ik, denkend aan je examens. Maar een brief beantwoorden hoeft geen tijd te kosten: lezen kun je onder het eten, onder het wassen en aankleden kun je bedenken wat je zult schrijven, en schrijven kun je briefjes als de jouwe op de wc. Ik probeer me te herinneren waar we vroeger zo jachtig over schreven. Wanneer ik me voor de geest haal wie we toen waren, vermoed ik dat mijn pretentie nog luguberder geweest moet zijn dan jouw onbenulligheid.
Je hebt je een maand afzondering voorgenomen, juist nu ik me had voorgenomen mijn stilzwijgen te verbreken. 'Mijn stilzwijgen' - wat klinkt dat. Alsof op elk woord wordt gewacht. Maar het wordt zomer, ik woon weer op het Singel, ik keer terug tot de levenden.
lk hoorde van Jaap dat er niet veel mensen meer bij gekomen zijn, op het feest van Hansje. Ik ging vroeg weg. Ik was doodmoe. Voor de rest van deze maand moet het maar eens uit zijn met zuipen. Vrijdag, mijn verjaardag, was een veelbewogen dag. Het begon al 's morgens in lijn 24.
Even voor ik zou uitstappen op het Roelof Hartplein zag ik een zo verschrikkelijk mooi meisje. Zij zag mij ook. Onder het uitstappen, waar ik natuurlijk lang over deed, bleven we elkaar gefascineerd aankijken. Het idee dat je zo iemand één keer ziet en dan nooit meer, kan me ziek maken. Ze leek op Ingrid Thulin, uit Wilde aardbeien.
Uit wanhoop, én om mijn verjaardag te vieren, onderweg naar de zaak een fles sherry gekocht. De hele dag sherry gedronken. Van Mary, Suzanne en Greetje, 'de meisjes' van copy, heb ik bloemen gekregen en Rumeiland van Vestdijk. Erg aardig van ze. Die hele vrijdag was een dag van uitgelatenheid en ook van machtige weemoed om dat meisje in de tram.
Je ziet: een nietsje is genoeg, en ik ben al in een staat van overspannenheid.
Ook zaterdag was een mooie dag.
Zondag kreeg ik bezoek van Johannes. Die reist nu zo'n beetje op en neer. Vandaag moest hij proefspelen voor het Rott. Philh. en morgen gaat hij weer naar Amersfoort, 'omdat de verpleegsters zo aardig met hem zijn'. Er is geen kruid tegen gewassen. Totaal gek van muziek, d.w.z. zónder muziek zou hij pas gek zijn. En maar praten, praten, zelfs als ie luistert. Ik kan echt niet meer lachen om die grapjes die het op het Conservatorium nog deden. En dan merk ik dat mijn achting en vriendschap veranderen in consideratie, en dat wil ik niet. Moeilijk allemaal.
Onlangs heb ik zitten huilen bij een verhaal van Nescio. Dat zegt op zichzelf niets, maar de verhalen zijn uniek. Je moet ze beslist niet lezen waar andere mensen bij zijn (je moet trouwens nooit lezen waar andere mensen bij zijn). Gek: eerst irriteerden ze me, ik weet niet waarom. Afgunst vanwege het onbereikbare? In het Nederlands weet ik niets mooiers.
Is dit te veel geweest? Geneer je niet je antwoord zo kort mogelijk te maken, er is altijd wel wat op aan te merken. Sorry voor dit betreurenswaardige ballpoint-schrift; de Parker, erfstuk van mijn vader, heb ik in een taxi verloren."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten