donderdag 5 december 2019

Benno Barnard • 6 december 2016

• De Nederlandse schrijver Benno Barnard (1954) hield in 2014-2017 een dagboek bij dat is gepubliceerd als Zingen en creperen.

NOG STEEDS BEGIN DECEMBER
Plannen voor Kerstmis gemaakt. Christopher gaat naar zijn vriendin in Colorado. Joy en ik hebben besloten uitvoerig te dineren met vrienden en dan - met wat geluk onder een bleekblauwe decemberhemel - een paar nachten in een vreemd bed in Dorset of Somerset door te brengen: die dames met een legenestsyndroom dienen altijd een reusachtig, zeer aan ons besteed ontbijt op. Wandeling door de plaatselijke dreven. Een of andere hoop baksteen van de National Trust. Thee met scones en zacht in het laatste namiddaglicht gloeiende aardbeienjam. Voortreffelijke lamsbout in de pub, waar de einsteiniaanse tijd-ruimtecurve tussen de haard uit de tijd van Elizabeth I en de condoomautomaat uit de tijd van Elizabeth II rond ongeveer 1930 is gestold. De thee, intussen, is beslist voor ons tweeën, zoals Thomas Hardy heel goed begreep - in The Guardian lees ik zijn gedicht 'At Tea', een roman in twee strofen:
The kettle descants in a cozy drone,
And the young wife looks in her husband's face,
And then at her guest's, and shows in her own
Her sense that she fills an envied place;
And the visiting lady is all abloom,
And says there was never so sweet a room.

And the happy young housewife does not know
That the woman beside her was first his choice,
Till the fates ordained it could not be so...
Betraying nothing in look or voice
The guest sits smiling and sips her tea,
And he throws her a stray glance yearningly.
'Het gezellige gegons van de fluitketel, dat als het zingen van een hoge tegenmelodie is' - nog tijdens het opschrijven van deze 27 lettergrepen denk ik: welke Nederlandse pentameter kan met Hardy concurreren? 'Behaaglijk zingt de ketel bovenstem'?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten