• John Cheever (1912-1982) was een Amerikaanse schrijver. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij. Het is in het Nederlands vertaald (door Frank van Dixhoorn) als Verscheurde stilte.
Memorial Day. Een nieuw notitieboek. Een man met een gepoederde pruik en een tricorne loopt met een grote trom langs de drankzaak. Ik neem mijn jongste zoon niet mee naar de optocht, wat ik twee jaar geleden nog wel zou hebben gedaan. Zo oud ben ik geworden, of schichtig. Ga met Ben naar 'The Bridge on the River Kwai' en denk aan X. die last heeft van zwaarmoedigheid en door de stad loopt, op zoek naar films waarin gestorven wordt, afschuwelijk en abrupt, films over martelingen, aardbevingen, overstromingen en moordaanslagen - elke variant van menselijk leed waardoor zijn eigen toestand wat minder erg zou lijken. Als ik in de bioscoop zit vraag ik me af of deze cafarde, dat eindeloze hunkeren, die mysterieuze, ontzettende zwaarmoedigheid waar ik last van heb misschien niet meer is dan simpel alcoholisme. Dus ik kijk vol verlangen naar de zachte sterren, maar die zullen me niet helpen. Ik denk aan morele crises, maar wat weet ik eigenlijk van onthouding, van zelfdiscipline?
• De menselijke ellende beschrijven, ingrijpend en onafzienbaar, zonder een sfeer van ontkenning te creëren. Ellende ontdoen van zelfbeklag en morbiditeit, pijn verheffen. Maar kun je zo iets doen - kun je omgaan met tragiek - zonder een beetje moreel gezag, een beetje gevoel voor goed en kwaad?
• Nu ik minder gedronken heb dan normaal of (zoals mijn vader zou zeggen) niet reeds vol zit, voel ik me voor het eerst sinds lange tijd vrij van de cafarde. Kwart voor negen. Zomertijd. Wat zou het makkelijk zijn om dit gewoon te zien als een kwestie van zelfdiscipline. Regen en donder halverwege de middag, de eerste van de maand. Onze oerangst voor droogte en de gevolgen daarvan voor het gewas, in dit geval ruim een hectare gazon en drieënveertig rozestruiken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten