1813 - 10 december 's avonds kwam voor 10 uren passeerden nevens mijn huis de eerste patroeille kosakken; ongeveer 110, dewelke zich naar de groote Markt begaven, uitgenomen 5, die bleven op de weekmarkt bij het huis van Jan Dovion. Ik kwam er het eerste bij. Een van de vijf kosakken bood mij een flesch aan met jenever om te drinken, hetgeen ik deed. Intusschen komt er J. Gooyaars, dewelke met mij wird gedwongen om te drinken. Dit doende was hij zeer tevreden. Toen kwam den heer D. van Dooren met zijn zwager, iemand uit Verviers; die moesten ook drinken. Intussen komt iemand met 4 bosschen strooi dewelke moesten losgemaakt worden. Alsdan moest ik, benevens de schoolmeester H. Smulders met een kosak op gemeld strooi liggen, maar 't was maar voor een oogenblik, want een wagtmeester van de kosakken ziet ons liggen. Maar de kosak krijgt met een karwats op zijn rug, dat hij opstaat en ik en de meester ook en ik ging naar huis zonder mishandeling. En dat was alles al vóór 10 uur voorgevallen. Om 11 uur ging ik naar de groote markt alwaar de groote troep was. Ik heb mij tot 's nachts 1 uur ongestoord onder die menschen opgehouden alleen uit nieuwsgierigheid. Daar er zoolang over die menschen gesproken was, alsof zij nog erger en wreder waren als wilde dieren. Ik ben daar 's nachts ongestoord geweest. 's Morgens 11 dito zijn zij naar den kant van 's Bosch getrokken en zijn den 12e boven 's Bosch bij of in Balkom slaags geweest tegen omtrent 46 Fransche gendarmen. De kosakken hebben de Franschen geslagen. Er zijn eenigen gedood en 5 krijgsgevangenen gemaakt. Deze hebben zij denzelfden avond omtrent 7 uren in de herberg 't Zwaard' bij D. Tindrot gebracht. Ik heb ze gesproken en soep, vlees, brood en jenever gegeven. Een wachtmeester van de gendarmen is hier onder of in den toren overleden. Eenen van de vijf krijgsgevangenen was ook geblesseerd aan 't hoofd; hij was genaamd Grasein en zondags gestationeerd te Tilburg.
Gemelde Bataille duurde omtrent 7 minuten, zoo mij een andere gevangene zegt, n.l. een zoogenaamde Sluiters, wachtmeester der gendarmen. Zij hadden ook 2 paarden veroverd. Een kosak had bovengemelde soep bij mij laten klaarmaken van eenen haan die hij geplokken had medegebracht. Hij was goed voor de Fransche gevangenen bezorgd. Er wird op de vrijdagsche marktplein wel 50 vuuren gestookt.
Uit het Dagboek van een Tilburger 1774-1851 (Laurentius de Lelie en J.B. de Beer?).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten