Antwerpen, zaterdag 27 april 1991
Wie iets maakt en wil dat het blijft, kijkt met meewarigheid naar de minister die wekelijks zijn vluchtig gezicht laat uitsmeren over het televisiescherm, naar de journalist die dagelijks zijn kick haalt uit het vullen van aardappelschillenpapier, naar de dirigent die dansend en zwaaiend de aandacht trekt van volle zalen - kortom, hij kijkt naar alles en iedereen met in zijn achterhoofd de vraag: wat blijft er na tien jaar van over? Pijnlijke vraag, zowel voor de maker als de ondervraagde. Een onfatsoenlijke vraag. Maar de maker stelt hem alleen aan wie zijn doen en laten ten onrechte een zweem van iportantie meegeeft. Hij weet dat hemzelf en zijn soortgenoten hoe dan ook een zeer bescheiden plaats binnen de samenleving toekomt, en hierin voelt hij zich solidair met schoonmaaksters, onderwijzers en ambachtslieden, dus met mensen die hun gelijk halen uit het anoniem vervullen van hun dagelijks plicht.
Leonard Nolens (1947 is dichter. Zijn verzamelde dagboeken (1979-2007) zijn verschenen onder de titel Dagboek van een dichter (2009).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten